Reisverslag Cuba: zo 14 maart 2004 t/m donderdag 1 april 2004

 

Reisbegeleider: Jan van Steirteghem

Groep:

Finance van den Heuijl

Martin en Veerle Rodenburg

Belia Rekké

Erik van Rijn van Alkemade

Hedda van het Groenewoud

Mies Ott

 

Zondag 14 maart

Toch redelijk vroeg opstaan vandaag.

Gisteravond had ik nog gedacht dat het vliegtuig pas tegen 3 uur zou vertrekken, maar toen ik de extra papieren nog eens doorgelezen had bleek dat het vliegtuig al om 13:20 zou vertrekken.

Gelukkig maar. Ondanks dat het niet de eerste keer is dat ik een verre reis maak ben ik toch altijd weer wat gespannen. Hoe zal de groep zijn, hoe zal Cuba zijn, wat zullen we allemaal gaan meemaken op deze reis?

We zijn mooi op tijd op het vliegveld, het parkeren blijkt eenvoudig te zijn.

Als we bij de groep zijn neem ik al snel afscheid en check in.

Met een kop koffie maak ik kennis met iemand van de groep: Belia, 52, heeft ook alleen geboekt.

Bij de gate blijkt dat de vlucht overboekt is. Dit houd in dat niet iedereen die geboekt heeft ook echt mee kan. Meestal komt een deel van de pasagiers niet op dagen, zodat dit geen probleem is, maar nu was dat wel het geval.

 

Martinair biedt pasagiers, die bereid zijn een dag later te vliegen 300 dollar en een gratis hotelovernachting aan. Hopelijk komen er een paar mensen op deze zeer voordelige aanbieding af.

Twee mensen van onze groep hadden erg laat ingecheckt aangezien ze (net als ik tot eergisteravond) dachten dat het vliegtuig pas om 3 uur zou vertrekken.

Zij wachten nu in spanning af of ze nog meekunnen: als er geen pasagiers hun plaats willen af staan kunnen ze morgen pas naar Havana vliegen.

Ze hebben geluk aangezien enkele mensen hun plaats wel willen af staan. Zo kan de groep dus toch volledig vertrekken.

 

Het hele overboekingsgedoe heeft een half uurtje vertraging opgeleverd, maar uiteindelijk vliegen we en komen ’s avonds om half zeven in Havana aan.

 

Het is net donker geworden en al snel rijden we naar het hotel.

Het valt gelijk op dat er zoveel oldtimers rondrijden. Het was natuurlijk al wel bekend, maar nu zien we het dan in het echt! Wauw! Ook zien we de camello rijden, een omgebouwde truck met oplegger om het openbaarvervoer-probleem in Cuba op te lossen rijden er vele van rond.

Het hotel ‘deauville’ is gelegen aan de boulevard en is een van de weinige echt hogegebouwen in Havanna. Makkelijk terug te vinden dus. Het valt op dat het op de boulevard erg druk is. Heel veel cubanen praten en lachen met elkaar. In het hotel aangekomen besluiten de meesten om even de spullen in de kamer neer te zetten en dan de stad in te gaan. Volgens onze reisbegeleider Jan is de pub Bodeguita zeer aan te bevelen. Het is een van de beroemdste pubs omdat Hemmingway hier vroeger vaak kwam.

We lopen de stad in langs de boulevard en het valt op dat veel woningen geen deur hebben, mensen wonen in gebouwen die van afstand erg mooi lijken, maar van dichtbij is de armoede en bouwvalligheid goed te zien.

Als we bij de pub aankomen zit Jan hier ook al.

 

We drinken een zeer bekende cocktail: de bojuito, bestaande uit rum, water, limoensap en muntblaadjes. Duur zijn ze wel: 4 dollar, zeker in Cuba is dat erg veel geld.

Jan vertelt dat ie erg veel van het land Cuba houdt en dat ie veel gereisd heeft, en daarvoor voor de VN gewerkt heeft. Uiteraard gaat een van de eerste gesprekken over Cuba en de toestand in het land nu, en wat er zal gebeuren als Fidel Castro komt te overlijden. Jan denkt dat het dan best eens zou kunnen zijn dat de broer van Fidel het land over gaat nemen. Deze broer is 18 jaar jonger en minder geliefd bij het volk.

Niet al te laat gaan we terug naar het hotel. Het is eigenlijk wel prima te lopen langs de boulevard.

Als we slapen is het 23:00, eeehhh eigenlijk 5 uur in de ochtend nederlandse tijd!!

 

Maandag 15 maart

Het was een rumoerige nacht in het hotel. In de gang waar onze kamer aan lag werd luid gepraat en gelachen door dronken italiaanse toeristen. Achteraf zou blijken dat het hun laatste avond was.

 

‘s Morgens bij het enigszins tegenvallende ontbijt in het hotel begrijp ik van Jan dat mijn American Express traveller cheques niet in te leveren zijn bij de banken aangezien ze uitgegeven zijn door een amerikaanse bank. Aangezien Amerika geboycot wordt door dit communistische Cuba kan ik dat dus wel vergeten.

Nou dat is lekker zeg! Ik had toch echt ergens gelezen dat dat wel zou moeten kunnen.

Ik zal vandaag contanten gaan pinnen met mijn Eurocard Mastercard, die wel geaccepteerd wordt.

Jan legt uit waar de pinautomaat zich bevindt.

 

Aangezien de pinautomaat toch niet zo gemakkelijk te vinden is besluiten Belia, Mies, Finance en ik de stad te gaan verkennen, pinautomaat zullen we vast wel een keertje tegenkomen.

We genieten weer van de mooie gebouwen en de oude auto’s en lopen een aanbevolen wandelroute uit de lonely planet.

Na een poosje strijken we op een terrasje neer voor eten. Dit duurt heel erg lang voordat het echt bezorgd wordt. Zullen ze ons vergeten? Het lijkt er wel op aan de ober te zien als we een keer wat extra gebaren maken. Zonde van de korte tijd dat we in Havana zijn. Ik wil door!

Belia verteld dat ook de Necropolis Cristobal Colon een aanrader moet zijn. Dat is een hele grote begraafplaats in Havana.

Uiteindelijk lopen we dan weer en zien vele kroegjes met live-muziek. In een van de kroegjes gaan we naar binnen en mag Finance dansen met iemand van de muziekgroep.

Dit is een groot succes. Finance kan met 10 salsa-lessen al zeer goed dansen. Later bekende hij dat hij ook 3 jaar flamenco heeft gedanst. Tja, dan kun je het ook wel!

We komen aan bij de catedral de San Cristobal de la Habana, een beroemde kathedraal met twee ongelijke torens. Hier is veel muziek en dans, en (dus) ook veel toeristen. Ik ga ook met een paar komieken op de foto.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Even later lopen we door naar het capitolio, nagebouwd naar het amerikaanse kapitool. Hier zien we grappige gele taxietjes staan, in de vorm van een ei. Ook zien we een mooie groene amerikaanse bolide staan.

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met deze laatste gaan we met z’n vieren naar tip van Belia: Necropolis Cristobal Colon . Het is inderdaad een immense begraafplaats, met zelfs verkeerswegen die er door heen lopen.

Als we aankomen begint het zachtjes te regenen. .

Het is indrukwekkend hier over te lopen. Na een poosje begint het harder te regenen en een poosje gaan we schuilen in een van de grafhuisjes.

Uiteindelijk hebben we het wel gezien en we nemen een taxi terug.

De chauffeur legt uit dat ie niet voor het hotel wil en kan afzetten. Het blijkt een illegale taxi te zijn. Deze rijden er wel meer. Ze verdien geld zelf en hoeven niets aan de staat af te dragen. Als ze worden gesnapt door een politieman kunnen ze op een forse boete, zo’n 65 dollar, rekenen. Het is maar een zenuwachtig gedoe vind ik, om zo je geld te moeten verdienen.

 

En eind voor het hotel stappen Finance en ik uit de taxi en we lopen nog een stuk. Bij een heel groot warenhuis gaan we naar binnen en het valt ons op dat bijna alle schappen leeg zijn. Ik koop voor 5 dollar een goede fles rum en we gaan door naar het Capitolio.

Hier zien we ook de sigarenfabriek van Havana.

Dit lijkt me erg leuk en ik besluit hier morgenochtend naar toe te gaan voor een rondleiding.

 

Als we terug zijn in het hotel is er nog even gelegenheid voor een duik in het zwembad en een glas rum. Die smaakt erg goed.

Al gauw vertrekken we weer naar het oude Havana (‘Habana vieja’) en aan het pleintje voor de cathedral stappen we een restaurantje binnen. Dit is een sjieke gelegenheid, en er zijn weinig gasten. In het vertrek waar wij eten is verder niemand.

Na het eten gaan Jan, Mies en ik bij de pinautomaat kijken. Die hadden we de hele dag niet meer gezien. Hij bleek buiten bedrijf. Morgenvroeg dan maar.

Als we teruglopen zien we de groep weer, en ze zijn op zoek naar een huis waar Doulce Maria moet wonen. Een cubaanse vrouw die muzikanten in haar huis uitnodigt en waar fantastisch gezellig muziek gemaakt wordt.

Helaas is doulce Maria verhuisd, en we moeten naar het Capitolio om haar te vinden.

Daar blijkt ze ook niet te zijn!

Een cubaanse jongen wil ons er wel heenbrengen, maar niemand vertrouwt er op dat hij het echt weet. We komen niet meer van deze jongen af, en uiteindelijk komt een politieagent vragen wat er aan de hand is.

Nogmaals proberen de beste spaanstaligen onder ons uit te leggen dat we naar Doulce Maria willen. En zo lopen we even later met deze opdringerige cubaanse jongen, de politieagent, en nog een geinteresseerde amerikaan terug naar het oorspronkelijke huis van Doulce Maria. Een meisje loopt op gegeven moment naast de agent en we zien ze hand in hand lopen. De vriendin? Kan dat hier allemaal zomaar op straat?

Uiteindelijk lukt het ons om van het gezelschap af te komen en we geven Doulce Maria op.

We gaan naar een ander beroemd en sjiek cafe waar Hemmingway vaak kwam.

 

Mies wil niet mee naar binnen en blijft buiten op ons wachten. Vreemd hoor...waarom doet ze dat?

Binnen is live-muziek. Op gegeven moment vraagt de zangeres aan Finance wat voor muziek ze zullen gaan spelen. Finance vraagt om salsa en gaat dansen.

Na afloop van het nummer vraagt de zangeres of Finance een cd wil kopen voor 15 dollar. Als deze dat dan beleefd afslaat loopt ze geirriteerd terug.

Uiteindelijk gaan we terug naar het hotel, waar het een stuk rustiger is dan de nacht ervoor...

 

 

Dinsdag 16 maart

 

Vanochtend gaan we eerst naar de bank om geld te pinnen. Ik heb verzonnen dat dat net te combineren valt met een bezoek aan de sigarenfabriek. Dan kan ik net om 11 uur terug bij het hotel zijn, het tijdstip waarop we zullen vertrekken richting Vinales.

Ik moet dan wel alles al ingepakt hebben, en dat doe ik dan ook maar.

 

Bij de bank kan ik al gauw eenvoudig geld opnemen met mijn eurocard mastercard en paspoort. We hebben geluk, het is niet druk, zodat het bezoek aan de sigarenfabriek moet lukken.

Ik ben de enige, de rest wil nog wat rondwandelen of een museum bezoeken.

 

In de sigarenfabriek koop ik een kaartje en inspecteer voor de zekerheid nog even mijn fototoestel.

Een beveiligingsbeambte maakt mij er op attent dat in de fabriek niet gefotografeerd mag worden. Dat is jammer zeg, dat had me nou juist zo leuk geleken. Helaas, helaas.

Voor de rondleiding in de fabriek, de 45 minuten zal duren en 10 dollar kost komen meer geinteresserde toeristen, amerikanen. De jongen die ons rondleidt spreek zeer goed engels.

Het blijkt een grote fabriek te zijn, er werken ongeveer 230 mensen.

Het is één van de 9 sigarenfabrieken in Havana en één van de 45 sigarenfabrieken van Cuba.

 

Het eerste wat we zien is een man die nauwkeurig een stapel tabaksbladeren inspecteerd en de bladeren groepeert. Bladeren worden gegroepeerd op soort. Ze hebben ongeveer 45 dagen te drogen gehangen.

Elke sigaar die gedraaid wordt wordt samengesteld uit 5 verschillende soorten bladeren.

De soorten brengen elk een aparte eigenschap aan de sigaar. Zo is er een soort blad dat voor de geur zorgt, een die voor de smaak zorgt, een die voor de aroma zorgt enz.

 

Als we even doorlopen zien we een grote zaal vol sigarendraaiers. De jongen legt uit dat deze mensen in opleiding zijn. Ze leren in negen maanden tijd hoe je een sigaar in elkaar moet draaien. Een verdieping hoger zien we weer een hele grote groep mensen. Dit zijn wel echte professionals.

Vooraan leest op een podium een man de krant voor. Hij doet dit met een microfoon. De jongen legt uit dat er elke ochtend en middag een half uurtje wordt voorgelezen in de fabriek. Zo blijft iedereen op de hoogte van het nieuws, en het vormt natuurlijk wat afleiding, want sigarendraaien is best saai.

Donderdag, zo vertelt de jongen verder  is er karaoke in de fabriek. Tja je moet wat. Toch verdienen ze niet slecht, die sigarendraaiers: een startsalaris van 380 pesos per maand (24 pesos is 1 dollar). Zeg dus maar zo’n 16 dollar per maand.

Hmmm, dat is toch niet echt veel. Maar goed...een cubaan leeft niet duur: gratis gezondheidszorg, elektriciteit is 50 pesos in de maand, eenvoudig, rantsoenbonnen...

Uiteindelijk zien we een aantal mensen de sigaren keuren. Indien iemand, die 100 sigaren hoort af te leveren op een dag ook daadwerkelijk precies 100 sigaren aflevert en er zijn er 5 niet goed, dan moet hij 5 nieuwe sigaren draaien.

Indien hij echter 100 sigaren hoort af te leveren en hij levert er 105 af, en er zijn 5 niet goed, dan is er niets aan de hand.

Een sigarendraaier kan promotie krijgen. Hij mag dan grotere sigaren draaien en verdient meer!

De grootste sigaren zijn dus ook echt in elkaar gedraaid door mensen met jarenlange ervaring, wat de sigaar natuurlijk ook duurder maakt.

Vervolgens zien we hoe de sigaar in een pers wordt gezet (voor een half uurtje) en hoe de sigaren een dekblad opgelijmd krijgen van natuurlijke lijm.

Tenslotte worden de sigaren van bandjes voorzien en in kistjes gedaan. Het ziet er allemaal erg professioneel uit!

Aan het einde van de rondleiding zien we een oude cubaan die al 51 jaar in de fabriek werkt. Hij lurkt aan een sigaar en beoordeelt deze op de kwaliteit. What a job!!

 

Net op tijd ben ik weer in het hotel. Doordat ik mijn rugzak al van te voren klaar heb gezet sta ik op tijd bij de bus voor onze trip naar Soroa.

Deze busreis duurt zo’n anderhalf uur. We rijden Havana uit en komen door ogenschijnlijk een van de betere buurten: we zien prachtige huizen staan. Jan legt uit dat Fidel hier ook ergens moet wonen, maar dat bij niemand bekend is waar ie echt woont. Dit is om veiligheidsredenen. Zo verschijnt hij ook vaak onaangekondigd op plekken. Het is bekend dat ie af en toe zo maar in een kroegje binnenstapt en een praatje maakt met de gewone burgers. Je hebt toeristen en cubanen die kroegjes bezoeken waar een kans is dat Fidel Castro daar zomaar binnen kan stappen, maar ach, ja, zeker weten doe je het bij die man dus niet!

 

In Soroa slapen we in chaletjes. We eten er wat en ’s middags maken we een eerste wandeling met Roberto, onze lokale gids, die uitstekend amerikaans spreekt! Hij weet erg veel. We zien tijdens deze wandeling de trogon, de nationale vogel van Cuba!

Verder zien we enkele nieuwe bomen waarvan je de bladeren kunt eten. De bladeren blijken een medicinale werking te hebben.

Op gegeven moment begint het heel erg hard te regenen. Met een doorweekt t-shirt en een van binnen nat geworden verrekijker komen we aan in de kantine van het hotel.

Ik raak aan de praat met twee canadese vrouwen, drink een rum met hun en uiteindelijk ga ik naar onze kamer voor een warme douche.

’s Avonds is er een uitstekend buffet en muziek van een heel leuk en goed muziekgroepje.

Ze zijn erg goed en half twaalf slapen we dan. Morgen langere wandeling. Hopelijk is het dan beter weer!

 

Woensdag 17 maart

Deze dag vertrekken we na een goed ontbijt om half negen. De wandeling die we vandaag gaan maken zal zo ongeveer 6 uren duren. ’s Ochtends is de wandeling erg mooi. We zien veel vogels waaronder de cubaanse nationale vogel genaamd de Trogon en het erg mooie en een niet al te schuw mooi gekleurd vogeltje genaamd de todi.

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij een oud en vervallen huisje liggen stukken schors van een eucaliptusboom te drogen. De schors bevat veel vocht en er kunnen goede sigarenkistjes van gemaakt worden. Verder worden dunne stukjes schors ook wel bij sigarenkistjes in gedaan, zodat de sigaren langer goed blijven. We drinken er een kop thee.

Van een afstandje kijkt een groepje schoolkinderen nieuwsgierig toe. Als we foto’s van ze willen maken vinden ze dat alleen maar prachtig. Even verderop worden we uitgenodigd om eventjes in een schooltje te kijken.

Hier staat zowaar een computer, waar de kinderen interactief kunnen leren over de natuur bij hen in de omgeving.

Even later lopen we verder en als het lunchtijd is belanden we bij een boerenbedrijfje waar een man voor ons chips makt van dunne bananeschijfjes. Even later stampt hij in een grote houten beker koffiebonen fijn en we drinken verse cubaanse koffie!

’s Middags gaan we verder. Het is een groot deel klimmen geblazen nu met af en toe een rivieroversteekje.

Het is niet erg boeiend nu.

’s Avonds komen we weer aan in het hotel in Soroa. Na een korte duik zie ik dat onze hele groep zich begeeft naar een tentje voor een introductietje salsa. Een jongen en een meisje doen dit graag, natuurlijk om het de toeristen naar de zin te maken, in opdracht van het hotel.

Ook ik sluit me bij het gezelschap aan, en opnieuw kom ik er achter dat ik nog heel veel moet leren op dit gebied.

Na het eten begeven we weer naar het tentje en moeten we nogmaals dansen. Dan geloof ik het wel en strijk op een stoel neer voor een biertje.

Om 23:15 slapen we toch echt.

 

Donderdag 18 maart

Om 11 uur zullen we vertrekken naar Vinales. Voor die tijd kunnen we dus nog iets ondernemen. Een aantal gaan naar de orchideëntuin. Dit is een erg mooi aangelegde en hele grote tuin met verdiepingen en trappetjes. Hij is aangelegd door een man in 1961 voor anderhalf miljoen pesos. Hij heeft hem aangelegd voor zijn toen zieke dochter die erg van orchideeen hield.

Na dit orchideebezoek ben ik alleen nog even naar de waterval gelopen. De rest van de groep zag dit niet zitten aangezien ze dachten dat hiervoor te weinig tijd was. Dat viel gelukkig mee. Ik zie Roberto, onze lokale gids bij het begin van de weg naar de waterval ijverig schrijven. We groeten elkaar nog even en na een poosje zie ik de schitterende waterval. Het is er niet druk Een echtpaar zwemt onderaan de waterval. Ik zie daar geen tijd meer voor.

Op tijd terug voor het vertrek naar Vinales. Twee toeristes reizen met ons mee.

Ze vertellen dat ze uit Zwitserland komen en ook een toer over het eiland maken. Als we het over de sigarenfabrieken hebben zeggen ze dat ze nog van plan zijn om een sigarenfabriek in Santa Clara te bezoeken. Hier schijn je wel foto’s te mogen maken. Helaas komen we daar niet. We stoppen in Pinar del Rio en bezoeken een, voor mij tweede, sigarenfabriek. Er is vrijwel geen rondleiding en we mogen enkel wat rondkijken.

Een aantal mederwerkers gebaart geheimzinnig naar ons of we sigaren willen kopen. Een aantal heeft interesse en er wordt een plek afgesproken even buiten de fabriek. Daar moeten we gaan wachten. Als een jongen op komt dagen moeten we snel een klein steegje in en er wordt een in kranten gewikkeld stapeltje sigaren getoond. Voor enkele dollars kopen we wat sigaren. Hoe echt zullen ze zijn? Mario, onze chauffeur voor een groot deel van de vakantie, schudt zijn hoofd. Het is niet verstandig op straat sigaren te kopen zegt hij. Die zijn niet goed, en je moet ze alleen kopen bij officiele verkooppunten.

 

Uiteindelijk rijden we verder en komen aan in Vinales. Hier wordt de groep gesplitst in groepjes van twee personen. We slapen bij cubanen thuis, en daar mogen niet meer dan twee personen per huis logeren. Dit om te voorkomen dat de huizen echte hotels gaan worden. Verder mogen we ook niet bij elkaar op bezoek. Dit heeft te maken met het feit dat dit eigenlijk niet mag, een groep zo onderverdelen over een paar huizen. Voor groepen zoals de onze zijn de hotels bedoeld. Wij doen dit wel om zo de cubanen ook wat te steunen, en die hebben het best zwaar: eigenaren van casa particulares verdienen per nacht zo ongeveer 10 dollar per persoon. Maar ze moesten 150 dollar per maand aan de staat afdragen. Toen bleek dat er onder deze mensen toch rijkdom ontstond is dit opgeschroefd naar 200 dollar per maand. Een groot deel van de eigenaren van casa particularas is er toen maar mee gestopt. Het viel niet meer op te brengen.

 

We lopen nog een eindje de straat in in Vinales. In een supermarkt doe ik wat boodschappen en betaal met een briefje van 50 dollar. Dat is toch wel heel erg veel geld voor de cassiere en ik moet mijn paspoort laten zien. Ze schrijft het nummer van mijn paspoort en het nummer van het bankbiljet op een lijst. Pas daarna is mijn betaalmiddel geaccepteerd. Later in de vakantie zou blijken dat dit met elk briefje van 50 dollar gebeurt dat wordt uitgegeven.

Een eind verderop in de straat zien we een leuk naaiatellier. Uiteindelijk strijken we neer op een terrasje.

Een bandje is druk bezig instrumenten uit te laden. Hier zal zo wel een optreden losbarsten.

Om 19:15 hebben we bij de casa particulara afgesproken voor het avondeten.

 

Na het eten gaan we even naar hetzelfde terras van vanmiddag. Het blijkt het uitgaanscentrum van Vinales te zijn. Het is er nog lang druk en gezellig, maar om half elf houd ik het echt voor gezien.

 

 

Vrijdag 19 maart

 

Deze ochtend vertrekken we de natuur in voor een trekking van twee dagen. Om 7 uur is het ontbijt al, vroeg dus! En om kwart voor acht vertrekken we, een klein stukje met de bus. Er gaan maar liefst drie gidsen mee. De eerste helft van de wandeling is een mooi gebied door schitterende kalkstenen bergmassa’s, mogotes genaamd.

De tweede helft van de wandeling is minder boeiend en om half vier zijn we al bij de plaats waar we zullen overnachten. Er wordt een grote koelbox te voorschijn gehaald waar frisdrank in zit en bier. Een jongen verkoopt ijverig de drankjes. Ik besluit dit gezin financieel te steunen en neem een paar cubaanse biertjes.

De oudste man van het gezin, de opa, draagt legerkleurige kleding en een mooie groene cubaanse pet. Hij draait graag van wat sigarenbladeren een sigaar voor mij in elkaar. Wel apart hoort, zo zonder dekblad.

Hij draait er zelf ook een en zo roken we even later samen een sigaar.

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De man is 70 jaar en vertelt dat ie tijdens de revolutie nog samen met Fidel Castro gevochten heeft en dat ie samengewerkt heeft met Che Guevara tijdens de rakettencrisis.

Na een paar biertjes neem ik in navolging van de groep een plons in de rivier om me wat op te frissen.

’s Avonds doet de groep zowaar een polonaise door het tentenkamp. Ik doe hier geloof ik maar eventjes een keertje niet aan mee. Het eten is erg lekker en er zijn vele sterren te zien. Er wordt me nog maar weer eens goed uitgelegd hoe Orion er uit ziet. Die zal ik niet snel meer vergeten.

Iedereen is vroeg naar bed: met kwart voor tien ben ik geloof ik ook nog eens de laatste.

 

 

Zaterdag 20 maart

 

Om kwart over twaalf ’s nachts kraait de eerste haan!!!! Wat is dat voor een onzin? Was deze haan van lotje getikt? Nee dus....vanaf dit moment is er om de paar minuten wel ergens een haan die kraait....

Er wordt nu een groot beroep gedaan op ons aanpassingsvermogen en het slapen wordt een zware opgave

Om 8 uur ’s morgens is er het ontbijt. Het idee van Jan om de oudste van het gezin een fooi te geven vindt een deel de groep maar onzin. Het wordt dus ieder voor zich wat geven. Ik geef de oude man een dollar waar hij zichtbaar gelukkig mee is. Om 8:45 vertrekken we met twee auto’s naar een volgend wandelgebied Het is eigenlijk een saai stuk, veel door de bossen en veel klimmen.

Om half drie zijn we weer bij de auto’s en drinken we koffie. Tenslotte bezoeken we de ‘La Cran Caverna de Santo Tomas’ Een mooie grot met vele kristalletjes.

Er zijn mooie kalkstructuren zichtbaar. Doordat Hedda enigszins claustrofobisch is aangelegd vond zij het maar niets.

Tenslotte gaan we terug naar Vinales. Even douchen, maar dan gauw natuurlijk weer het dorp in. Ik wil nog een foto maken van het naai-atellier, maar helaas: het is zaterdag en dan is dit dus gesloten.

Ik doe nog even boodschappen en ga dan het terras op om een biertje te drinken.

Finance komt hier ook al snel. ’s Avonds eten we varkensvlees in de Casa Particulara. Na het eten ga ik even op bed liggen en loop onze afspraak mis: om 21:00 zouden we weer op het terras in het dorp afspreken....hhhmmm. Dat wordt voor mij dus pas kwart over 10. Jan en Hedda zijn er nog. Ook Hedda gaat spoedig weg, na nog even met een vreemde cubaan gedanst te hebben. Uiteindelijk zit ik nog een poos...tot kwart over twaalf....te kletsen met Jan. Het is dan nog erg druk, het is tenslotte zaterdag!

Hoewel ik wel diep geslapen heb vanavond val ik toch spoedig in slaap!

 

Zondag 21 maart

Deze dag moeten we vroeg op weg want het wordt een reisdag, wat zeg ik, het wordt een hele lange reisdag. De tocht gaat naar Trinidad en zal zo’n 7 a 8 uren gaan duren. We rijden via het plaatsje Cienfuegos.

Het verkeer is wel weer leuk om te zien. Wederom relatief veel oude auto’s, maar ook heel weinig auto’s. Het is duidelijk dat olie schaars is in Cuba.

Ons hotel bij Trinidad blijkt 3 km buiten de stad te liggen. Als we aankomen in Trinidad is het al kwart voor vijf en om zeven uur gaan we eten in het hotel. Toch ga ik, in tegenstelling tot de rest van de groep, nog even de stad in. De ondergaande zon werpt een betoverende gloed op de mooi gekleurde huizen.

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Avonds ben ik ben blij dat ik gegaan ben. Tuurlijk gaan we morgen ook wel de stad in, want dan hebben we een vrije dag in Trinidad, maar dit hebben we dan maar weer gehad.

Tijdens het eten speelt een leuk bandje met erg goed muziek. Ze vallen ook erg in de smaak bij onze groep en weten 3 cd’s te verkopen. Achteraf blijkt de kwaliteit van deze cd’s matig, veel ruis. Na het eten gaan we de stad in en is er muziek en dans op het pleintje voor de Case de la musica. Het is er gezellig druk. Met een (normale) taxi gaan we niet al te laat terug naar ons hotel, genaamd Maria Dolores.

 

Maandag 22 maart

 

Deze ochtend staan we vroeg op om lekker lang van onze vrije dag in Trinidad te kunnen genieten. We worden door Mario vlak bij het centrale plein afgezet en Jan vertelt kort wat over de stad. Op een bankje zit een oude cubaan een sigaartje te roken en hij vindt het prima als we een foto van hem maken. Het is net alsof hij daar op gewacht heeft. Hij vraagt geen geld, maar misschien hoopt ie stilletjes toch op iets...

 

Als we een eindje lopen door de stad worden we door een man gevraagd binnen te komen kijken in zijn huis. Het blijkt een mooi oud koloniaal huis te zijn waar erg mooi oude dingen te zien zijn. Het blijkt zelfs een casa particulares te zijn waar toeristen voor 25 dollar per nacht kunnen slapen.

Na deze happening gaat de groep uit elkaar. Ik ga direct naar het internetcafe om het thuisfront van mij te laten horen. Hierna drink ik koffie met Hedda, Erik, Belia en Mies. Spoedig loop ik weer alleen verder om te kijken bij het station. Ik zie net een overvol treintje wegrijden, wat een koddig gezicht is. This is cuban railway man!! In de lonely planet vind ik een aanduiding voor een sigaren fabriek. Hoewel ik er intussen al twee heb gezien hoop ik nu eindelijk eens een paar foto’s te mogen maken. Ik heb geluk. Om de sigarenfabriek in te mogen moet ik 1 dollar betalen en mag onbeperkt foto’s nemen. Gelukkig! Het sigarendraaitafreeltje, wat ik intussen goed ken kan nu op de kiek. De arbeiders storen zich niet als een amerikaan en ik wat foto’s nemen.

Text Box:  Text Box:

 

 

Als ik weer buiten loop kom ik Martin en Veerle tegen. Ik vertel ze van de sigarenfabriek even verderop en ze zijn erg blij met deze tip. Ik loop door en kom even verderop Jan tegen (ja, Trinidad is niet groot, het is een klein stadje met 50.000 inwoners) en we drinken wat in een restaurantje. Jan is op zoek naar een leuke plek om als groep s’ avonds gezamelijk te zullen gaan eten. Het restaurantje waar we eten ziet er goed uit. Het is hartstikke illegaal bij mensen thuis, maar dat maakt het alleen maar leuker.

Als we weer buiten lopen ga ik verder....hoewel verder...eigenlijk helemaal niet zo heel ver verder: ik strijk spoedig neer in een cafeetje met een open binnenplaats waar een dansgroepje aan het repeteren is. Dit is een mooie plaats om ansichtkaarten te gaan schrijven. Ik schrijf 17 kaarten onder het genot van een biertje. Heerlijk, dit is vakantie....Als er meer toeristen komen gaat het groepje muziek maken. Een meisje komt vragen of ik een cd’tje van ze wil kopen. Als ik zeg dat ik er wel een wil kopen zijn ze zichtbaar blij. Dan kom ik tot de pijnlijke ontdekking dat ik alleen maar 100 dolar-biljetten heb. Daar hebben ze (uiteraard) niet van terug. De teleurstelling in de band is groot, maar ja, ik kan er op dit moment ook niets aan doen.

Als ik de straat weer op loop zie ik twee meisjes, toeristes, die ook nederlands blijken te spreken. Ze zijn met een neckerman-tour op vakantie en hebben aardig genoeg van de groep, waarvan zij denken dat ze allemaal aan hun zilveren bruilofts-uitstapje bezig zijn.

We gaan het musea de la historica binnen. De beambte bij de ingang roept een naam in de vorm van een vraag. De twee meisjes knikken uitbundig en we mogen verder lopen. Het blijkt de naam van de reisbegeleider van de groep te zijn. Er was al betaald voor de groep. Ik heb dus geluk. Boven hebben we een mooi uitzicht over Trinidad.

Uiteindelijk loop ik weer alleen en besluit nog wat souvenirs te kopen. Ik koop een leuk rugzakje. De vrouw van wie ik het koop heeft ook nog een leuk shirtje. Als ik daar ook interesse in blijk te hebben komt ze ook nog met een bijpassende broek. Ik weet fors af te dingen, maar moet dan wederom melden dat ik alleen maar honderd dollar heb.

Ze laat zich niet uit het veld slaan en roept wat mensen. Na een poosje krijg ik wisselgeld. Even later loop ik met de souvenirs weg. Maar wordt gelijk weer uitgenodigd wat sigaren te kopen. Met nog een doosje kleine montecristo’s en 5 grote cohiba’s en een toenemend gevoel fors afgezet te zijn loop ik verder. Als ik terugkom in het hotel ben ik ook maar net op tijd. We gaan gelijk met de bus de stad in om te eten. De plek waar ik met Jan al eerder ben geweest. Het eten is goed!

Na afloop gaan we naar een tentje waar muziek gemaakt wordt. Enkele cubaanse bezoekers blijken toch wel griezelig goed te kunnen dansen. Ik bestel een biertje aan de bar en we zien een groepje enthousiast kijken naar de tv. Er blijkt een nationale honkbalwedstrijd op te zijn.

Uiteindelijk rijden we met een mooie oude amerikaanse bolide weer terug naar het hotel.

 

Dinsdag 23 maart

 

Om half 9 gaan we op weg naar een natuurpark. Finance is ziek en gaat niet mee met deze trekking, die 2 dagen en 2 nachten zal duren (de derde dag zullen we ’s morgens vroeg terug komen om door te gaan naar het eilandje Cayo Macho om te snorkelen)

Ook Jan is ziek en blijft achter in Trinidad. De groep zal het deze trekking dus zonder reisbegeleider moeten doen.

Het natuurpark waar we de komende twee dagen zullen gaan lopen heet Topas de Collantes.

Aan de ingang van het park maken we kennis met Leon, onze lokale gids. Het is een leuke spontane jongen van 28 jaar. Hij was eerst vertaler, en wilde zich beter verdiepen in wat hij moest vertalen: de natuur en biologie. Na een korte wandeling ’s morgens komen we aan bij de hacienda waar we die nacht zullen overnachten. Aan het einde van de wandeling begint het behoorlijk te regenen. We zijn net op tijd binnen. Het welkomstdrankje dat ons aangeboden wordt is erg lekker. Het heet jincila en bestaat uit gember, geperste sinaasappelen, water en rum.

Na de wandeling gaan we naar een grot genaamd ‘La Batata’.

 

Het is een korte wandeling ernaar toe

 

Leon legt ons van alles uit over orchideeën: een orchidee bestaat altijd uit drie bladen, gevolgd door twee daarop liggende extra bladen, met tenslotte een bloem.

Orchidee komt van het woord orchis: testikle bulbs

 

Flora en fauna kennen bestaan uit

-          Endemic species:  soorten die alleen in dit land voorkomen en nergen anders. Er bestaan zelfs nog locally endemic species  (plaatsgebonden)

-          native species: de soorten die oorspronkelijk uit dit gebied komen maar ook wel op andere plekken te vinden zijn.

-          Exotic species: Soorten die in dit gebied voorkomen, maar hier niet oorspronkelijk vandaan komen. Ze verspreiden zich niet

-          Naturalised species: soorten die in dit gebied geintroduceerd zijn en zich daarna verspreid hebben

 

We genieten van een mooi uitzicht en zien de turkey vulture vliegen. Het zijn roofvogels die enkel dode beesten eten. Ze bewegen niet veel als ze vliegen, zodat ze niet veel energie hoeven te gebruiken.

 

Dan zijn we bij de grot beland. Binnen is het er heel donker en heel erg stil, erg goed voor iemand die wil mediteren.

Uiteindelijk lopen we door een bamboetuin. Bamboe kan heel snel groeien: tot 30 cm per dag, een jaar lang. Het is een indrukwekkend geluid om de metershoge bamboestengels tegen elkaar te horen tikken als de wind er een beetje doorheen waait.

Als we de bamboetuin verlaten zien we een varken aan het spit. Het is het avondeten voor ons, en voor een grote groep engelse toeristes die ook bij de hacienda logeren.

 

Voor het eten bied ik Leon een van mijn sigaren aan. Deze rookt hij graag op. Het is intussen koud geworden en we heben een deken nodig om warm te blijven.

Bea ziet het niet zitten om bij Mies in de tent te gaan liggen en ik besluit mijn tent af te staan en op de veranda mijn matje neer te leggen.

 

Het is mooi om vanuit mijn slaapzak te kijken naar de talloze sterren die er aan de hemel staan.

Slapen in de open lucht. Ik heb het volgens mij nog nooit gedaan, maar het slaapt prima...in mijn slaapzak met daarop een warme deken.

 

Woensdag 24 maart

 

Deze dag gaan we weer lopen. Het zal iets zwaarder worden dan de vorige dag. Het begin van onze wandeling is een eindje gelegen van de hacienda. We gaan hier naar toe met een truc, een oude russische. Ik begrijp van Leon dat dit ding 1 op 1 rijdt: 1 liter benzine per kilometer!! Nou ja, hij rijdt goed, veert zeker niet mee, maar het dak bestaat enkel uit zeil, dus wat voor risico lopen we?

Als we lopen regent het af en toe. We weten niet of we de poncho nu aan of uit moeten laten. Op gegeven moment weten we het: als Veerle hem uit doet gaat het regenen, en als Veerle hem aan doet houdt het op met regenen J

We zien mooie bloemen van koffieplanten, een gekleurd vogeltje genaamd de Todi.

Op gegeven moment komen we bij een huis waar ze koffie verkopen. We mogen ook wat drinken. Heel lekker, maar ongevraagd van te voren met suiker aanbieden hadden ze van mij niet hoeven doen.

 

Enkelen uit de groep kopen wat koffie. Het is leuk om even rond te kijken. Na deze koffie-break lopen we door naar de hacienda. Hier is het een stuk rustiger.

 

Na een goede lunch lopen we naar de waterval waar we een douche kunnen nemen. Ik blijk de enige die hier voor te porren is.

Bij de waterval laat Leon ons de op een a kleinste orchidee ter wereld zien, genaamd de ‘Tiny’

Hierna lopen we door naar een plek waar je goed kan zwemmen. Het water is koud, maar als je er even door bent is het erg lekker. Leon doet wild, klimt in hoge bomen en duikt van grote hoogtes....hij is de enige echte held op dat moment.

Terug bij de hacienda drinken we een rum

Dan rook ik weer een sigaar. Er wordt me verteld dat de kwaliteit van een sigaar zich laat meten aan de lengte waarmee de as aan de sigaar blijft zitten. Je mag een sigaar dan ook nooit afkloppen.

Iedereen wordt nieuwsgierig en kijkt naar mijn sigaar. Ik ook en begin sneller te roken. Op gegeven moment blijkt de lengte wel 4 cm te zijn.Ik ben tevreden over de kwaliteit van mijn in Pinar del Rio gekochte sigaren.

Het snelle roken van zo’n sigaar bekomt me slecht. Ik wordt beroerd. Goeie dag zeg, wat word ik beroerd....en dat van één sigaar. Nog nooit in mijn leven heb ik een hallucinerend effect bemerkt van rookwaar. Dit is de eerste keer.

De groep gaat eten, en ik haak af. Pas bij het nagerecht begin ik weer een beetje tot mezelf te komen.

’s Avonds gaat iedereen vroeg naar bed. Ik ook. Er zijn vele honden bij deze hacienda die overal nieuwsgierig rondsnuffelen. Ik besluit in een tent te gaan slapen en zie dat Leon hetzelfde doet.

 

Donderdag 25 maart

 

Deze ochtend gaan we heel vroeg op: 6 uur. Om 7 uur vertrekken we naar de ingang van het park, alwaar Mario ons op staat te wachten met zijn bus. We nemen hier afscheid van Leonel, en hij heeft het erg goed gedaan bij de groep en krijgt een beste fooi. Mario rijdt ons naar Trinidad, alwaar Jan bij ons instapt. We rijden door naar de boot en vertrekken naar onze snorkelgelegenheid tijdens deze vakantie: Cayo Macho

Het is half tien als we wegvaren, twee en half uur varen.

Als we aankomen is het dus tegen twaalven. We beginnen met snorkelen. Ik sprint gelijk met m’n zwemvliezen in de hoogste versnelling naar het koraal, maar het valt allemaal een beetje tegen. De vissen zijn wel mooi, maar het zijn er niet heel veel. Er is wat kleur in het koraal, maar het is niet heel veel.

 

Al gauw worden we teruggeroepen naar de boot en we gaan aan wal voor de lunch. Als we het strand oplopen wordt al gauw duidelijk dat we moeten uitkijken voor wat beesten. Op een afstandje zien we een inguana. Dat is een soort varaan, redelijk groot en bijtgraag. Iedereen die enigszins bij hem in de buurt komt trekt zijn aandacht. Te dicht bij betekent dat ie naar je toesprint voor een hap!

Als we eten blijkt achter ons een heel leger samengetrokken te zijn van inguana’s. Tevens zien we de cubaanse boomrat veelvuldig vertegenwoordigd, en brutaal ook.

We moeten uitkijken tijdens ons eten.

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om haf 3 varen we terug en om half 6 komen we weer aan in ons hoten, nog steeds 3 kilometer buiten de stad. Bij wederom een illegaal restaurantje eten we kreeft.

We drinken weer wat in het tentje waar we weer dezelfde goeie dansers zien als een paar dagen geleden. Grappig genoeg treedt ook weer dezelfde muziekgroep op. Vrij vroeg wil iedereen weer terug. We vinden twee taxis, waarvan de eerste weer een oude amerikaanse bolide is. In deze rijd ik terug naar het hotel. Dan zit ik met Jan nog tot middernacht aan de bar.

 

Vrijdag 26 maart

 

Dit is nu echt een reisdag: Om 9 uur vertrekken we voor een hele lange rit. Ons doel is Santiago de Cuba. Het is een saaie reis en hij duurt zo’n 12 uren. Het is geen zonnige dag, en af en toe regent het. Op gegeven moment zien we zelfs weerlichten in de verte....hmmm de regentijd zal toch niet al begonnen zijn?

Als we aankomen worden we verdeeld over verschillende casa particulares. We nemen hier afscheid van Mario, onze buschauffeur. Hij zal niet verder met ons meegaan deze reis. Hedda, Erik, Finance en ik zitten in één gezamenlijk casa particulares, en dat is best gezellig. Het schijnt niet veilig te zijn om in de buurt waarin we nu zitten vrij rond te lopen buiten. Er wonen ongure lieden. We blijven dan maar binnen, gezellig kletsen. Morgen zal onze vrije dag in Santiago de Cuba zijn. Deze avond maken we weinig mee van deze, 440.000 inwoners tellende, één a grootste stad van Cuba.

 

Zaterdag 27 maart

 Deze dag lopen we met z’n allen de stad in en begeven ons naar de cathedraal.

Jan vertelt het een en ander over Santiago de Cuba. We zien aan dit plein ook de Casa de Diego Valázquez, het oudste nog staande huis in Cuba, volgens andalusische stijl gebouwd in 1522. Nu zit er het oud historisch cubaans museum in.

Na deze korte introductie gaat iedereen zijns weegs. Eerst gaan we naar het dak van een groot hotel om nog een mooi uitzicht te krijgen over Santiago en over de cathedraal.

Daarna gaan Jan, Veerle en ik naar de, waarschijnlijk enige, internetmogelijkheid in deze stad.

Dit duurt wel even maar eindelijk kan ik weer mailen.

Hierna lopen we een boeiende lonely-planet-wandelroute. Uiteindelijk belanden we in een rummuseum. Een cubaanse man leidt ons wat rond. Hij weet een adresje voor rum en sigaren en we lopen met hem mee. In een cubaans huis worden rum en sigaren tevoorschijn gehaald.

Martin en ik kopen een portie sigaren. Een kistje grote cohiba’s en een klein doosje montecristo’s. Hierna lopen we verder en belanden even later op een terras in het park. Hier zien we Jan en Finance aan een tafeltje zitten. Na een paar biertjes lopen we verder en belanden in een kroeg.

Ik raak aan de praat met een cubaanse jongen. Het is een leuke sfeer in het cafee. Het is trouwens een beroemd en oud cafee Cafe La Isabelica. Er wordt live-muziek gemaakt en af en toe zien we een wel heel gekleurde cubaanse vrouwen rondlopen. De jongen blijft praten, hij is dansleraar en treedt vanavond op in een tentje niet ver hier vandaan. Uiteindelijk vertelt hij dat hij voor ons een fles 15 jaar oude rum kan ritselen voor 6 dollar. Martin en ik besluiten de gok te wagen en we lopen uit de kroeg met hem mee naar een huis.

Hier zit een ouder echtpaar tv te kijken. Zou het familie zijn? De jongen zegt vijf minuten te wachten als we hem 6 dollar geven en hij gaat er vandoor.

In het huis zien we voodoo-poppetjes.  We hebben hier te maken met Santeria

(Zie http://home.nyc.rr.com/mysticalrose/pagan9.html)

 

What is Santeria?

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Santeria stamt uit de religie van de Yoruba- or Lukumi bevolking uit Africa.. Zoals de meeste afrikaanse religies geloven de Yoruba in het bestaan van een God (die ze de Olodumare noemen ). Deze heeft het echter te druk heeft voor het dagelijkse reilen en zeilen van mannen en vrouwen op aarde. Hierdoor wenden de Yoruba zich tot natuurlijke geesten,’ orishas’ voor hulp en stemmen ze gunstig stemmen  met offers van voedsel en dierlijk bloed.

Eeuwen geleden, toen de spanjaarden in Cuba kwamen, verkochten slavenhandelaren mensen van de Yoruba-stam aan hen als slaven. Priesters wilden deze mensen bekeren, waarop van ze verwacht werd dat ze het katholisisme practiseerden.. Een aantal van hen ‘verstopten’ daarop hun orishas achter katholieke symbolen en oefeningen, zodat de  spanjaarden zouden denken dat ze zich wijden aan katholieke heiligen, terwijl ze in werkelijkheid dus afrikaanse geesten vereerden. Zo konden ze hun geloof toch blijven beoefenen in het geheim.

De spanjaarden zagen dat ze heiligen vereerden ipv Christus, waarop ze de religieusen ‘Santeria’, of "the way of the saints" noemden. Dit was eigenlijk een mindere term, zij die de verborgen Yoruban religie omarmden gebruikten hem niet. Later begonnen aanghangers van de religie de term toch te gebruiken voor zichzelf, net zoals westerse katholieken zichzelf romaans katholiek noemden. Enkelen echter, refereerden liever  naar ‘Santeria’ in plaats van ‘La Regla Lukumi’ (the Way of the Lukumi).

Santeria in Cuba heeft geleden onder het Castro regime (wat door het communisme natuurlijk tegen elke vorm van reliegie was), maar het deed het wel goed bij cubaanse immigranten in Miami, New York, Los Angeles en vele andere U.S steden.

 

Na een kwartiertje komt de jongen terug met 2 flessen rum.

Ja, ze zijn wel te vertrouwen!! Natuurlijk heeft ie er zelf ook een paar dollar aan over gehouden, prima!

 

We lopen verder wat door de stad en zien mensen honkbal oefenen op straat.We hebben een mooi uitzicht op de baai van Santiago. Ook zien we aardig wat mensen die domino spelen op straat. Gezellig hoor! Uiteindelijk gaan we terug naar het park waar Jan en Finance nog steeds zitten. We komen er ook achter dat er vele prostituees in dit park op ‘jacht’ zijn. Uiteindelijk gaan we naar onze casa waar we zullen eten.

Na het eten gaan we de stad in

We gaan naar de Case de la Trova. Het is een beroemd muziekhuis, maar er zijn wel heel veel toeristen. Op gegeven moment gaan we verder naar het plein waar we vanmiddag hebben gezeten. Het is er gezellig druk. Na een uurtje gaan we weer terug naar de Casa de la Trova.

 

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tegen één uur is een deel van de groep al weg. Ook ik vind het wel genoeg en ga met de taxi naar huis. De taxichauffeur heeft erg veel moeite met het vinden van de Hartmanstraat. Vreemd, want het is een hele lange straat in Santiago de Cuba..

 

Zondag 28 maart

Deze dag gaan we naar Baracoa met een nieuwe chauffeur. Deze rijdt behoorlijk wat sneller en zo komen we vroeg in de middag al in het oud koloniale stadje aan. Belia heeft aangegeven op een kamer alleen te willen liggen. Ze betaalt hiervoor extra bij.

Mies krijgt een kamer in dezelfde casa particulara als Finance en ik.

Na een lunch gaan ik de stad in. Aangezien Finance wil uitrusten en Mies al weg is ga ik alleen.

De stad is rustig. Het is warm en de straten lijken uitgestorven.

Het is duidelijk siesta-tijd.

Op gegeven moment kom ik uit bij een oude kinderkermis.

 

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is allemaal heel oud en ziet er vreemd uit: alle draaimolens en apparaten draaien volop, hoewel er bijna niemand in zit. Na wat foto’s te hebben gemaakt van dit bijzondere tafereeltje loop ik verder.

Ik zie Mies lopen aan de overkant van de straat. Ze ziet mij, groet en loopt verder. Vreemd hoor: Mies alleen op stap, zal dat wel goed komen?

Ik loop achter Mies aan en vraag of ze de weg wel terug weet straks? Ze kijkt overtuigd en zegt dat ze een hele studie gemaakt heeft hoe ze terug moet komen. Daar hoef ik mij geen zorgen over te maken. We gaan weer uit elkaar. Uiteindelijk beland ik op het plein in het centrum van de stad. Hier is live-muziek en zie ik Finance op een terrasje. Ik ga er bij zitten en even later komt Jan er ook bij. Na een paar biertjes gaan we met z’n drieen nog een stuk de stad in.

 

We komen weer bij de oude kermis en lopen door langs de boulevard.

Hier zien we nog een bus volgeladen worden met kinderen, schoolreisje op zondag? Uiteindelijk komen we aan bij een beroemd plein waar Che en Fidel na de revolutie het volk samen nog hebben toegesproken. Dan lopen we terug en hebben we om half zeven afgesproken bij de casa van Jan, waar Jan ons wat zal vertellen over de volgende dag. Mies is hier vreemdgenoeg niet. Zal ze de tijd niet goed hebben doorgekregen?

Fincance en ik gaan naar onze eigen casa voor het avondeten. Mies is hier ook niet....Hmmm....

Ik besluit Jan nog even op de hoogte te brengen van het feit dat Mies er nog niet is.

Het eten smaakt goed: garnalen met een lekkere saus.

Uiteindelijk, we waren zo ongeveer uitgegeten, komt Mies binnengelopen. Duidelijk aangedaan. Ze was de weg kwijt geraakt en Jan was haar wezen zoeken met een paar cubanen. Ze hebben haar uiteindelijk op het plein gevonden.

Na het eten hebben we weer op het pleintje afgesproken. Het is er gezellig druk. Er zijn heel veel mensen op straat. Hoe later op de avond, hoe drukker het wordt. Zondagavond schijnt zo ie zo de uitgaansavond van Cuba te zijn.

We willen naar de casa de la trova. Tja, ook hier is een tentje dat zo heet. Het is echt vlak bij. Als we er aankomen blijkt het vol te zijn. Aangezien er geen ramen inzitten kunnen we de muzikanten zien en horen. Hier wordt jazz-achtige cubaanse muziek gemaakt. Tussen de nummers door krijgt het publiek een korte uitleg. We gaan weer terug naar het plein.

Het tafereel dat we dan zien zal me nog lang bij blijven: met live muziek staat het hele plein vol met honderden...duizenden(?)...cubanen. En iedereen is aan het salsadansen. Wat een gezelligheid!

Op gegeven moment taaien we af. Jan en Martin gaan nog eventjes verder en besluiten het er nog eventjes stevig van te nemen.

 

Maandag 29 maart

Deze dag hebben we om half negen afgesproken voor de cathedraal. We gaan een uitstapje in de buurt maken. Een stukje met de auto, dan een wandeling van een paar uur door de natuur. Uiteindelijk even naar het strand.

Iedereen is er om half negen. Ook de gids staat al klaar. Alleen Jan is er nog niet...Zal ie ziek zijn? Zich verslapen hebben? Een andere plek in gedachten hebben? Even over negen komt Jan uiteindelijk en kijkt heel verbaasd dat iedereen er al is. Dan pas beseft hij dat zijn wekkertje, en de klokken ook in zijn casa, nog op de wintertijd stonden. Hij dacht dus dat ie vroeg was.

Met enige vertraging gaan we met een vrachtwagen naar het natuurpark waar we zullen gaan lopen. Het is warm en de wandeling is niet zwaar. De cubanen doen het ook rustig aan.

Tijdens de wandeling zien we veel palmen, sinaasappelenbomen en bloemen van de ananasplant.

Aan het eind van de wandeling komen we bij een toeristenoordje waar bootjes liggen en waar we even wat kunnen drinken. Hier drinken we een biertje.

Na deze korte break varen we met twee bootjes over een binnenmeertje naar het strand.

Aan de kust zien we vogels zoals de zilverreiger. Een eindje verderop zitten een aantal cubanen te vissen zonder hengel, maar met enkel touw. Ze kijken vrolijk en zwaaien als we langs komen varen.

Dan zijn we bij het strand. Het is lekker even te duiken in de golven, en er zijn grote golven....heerlijk hoor.

Op gegeven moment zien we dat de auto waar we mee gekomen zijn ook al is aangekomen. Als we hier uiteindelijk naar toe gaan voor de terugreis drinken we nog even een kokosnoot leeg en vertrekken.

 

In Baracoa duiken we nog even weer het terras op. Finance raakt aan de praat met een cubaan en begrijpt dat het deze hele week een feestweek is in Baracoa met veel livemuziek. Het is duidelijk: deze avond wordt ook weer erg gezellig. Uiteindelijk eten we kreeft in de casa. Erg lekker (!) waarna iedereen weer het terras van het pleintje op duikt.

We lopen nog een klein eindje en zien een muziekoptreden waar een hardrock-band optreedt. Er wordt gigantisch gehandbangd door de gitaristen en door een groot deel van het, zeer jeugdige, publiek.

 

Dinsdag 30 maart

Deze dag worden er verschillende opties geboden: een extra natuurexcursie. Naar het strand of gewoon in de stad blijven. Een aantal gaan naar het strand. Finance en ik blijven in Baracoa.

Met Finance spreek ik om 12 uur op het terras af. Eerst maar eens een bezoek aan de kathedraal die open is en waar het kruis te bezichtigen is dat Columbus heeft geplant in Baracao toen hij zijn eerste stappen zette op zuid-amerikaanse bodem in 1492.

Ik struin eerst alleen wat rond in de stad en kom bij de baai waar vele bootjes liggen. Ook zie ik een mooie muurschildering die de geschiedenis van Cuba weergeeft.

Wat rondlopen naar de oude buurt langs het water. Als ik een foto van de muurschildering wil maken begint het te regenen.

 

 

Eerst maar eventjes naar het terras dan, waar Finance intussen ook aangekomen is...en even later Jan.

Ook Jan blijkt weer flink gefeest te hebben en was te laat om de bus naar het strand te pakken. Hij heeft hoofdpijn.

 

Met Jan ga ik dan verder door de stad. Het wordt een boeiende middag waarbij ik vele Che Guevara’s op de muren zie en fotografeer. We zien een oud atellier waarbij de cubaanse vlaggetjes op de naaimachines prijken.

Text Box:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verder zien we een begrafenisdienst, een rechtspraak en een traditionele slager. Dan laat ik bij de barbier nog even mijn ‘vakantiebaard’ afscheren voor een dollar. Dat scheelt me thuis weer een hoop gehannes.

We eten deze avond bij een illegaal restaurantje. Zwaardvis, heel bijzonder en lekker.

Het is de laatste avond, altijd eventje bijzonder.

 

 

Woensdag 31 maart

Deze ochtend ga ik snel nog even langs de sigarenfabriek om wat extra grote sigaren in te slaan. De vrouw die bij de fabriek regelmatig even te zien is op jacht naar een sigarendeal komt al spoedig met een stapeltje sigaren aan. Ik weet 10 grote sigaren te bemachtigen voor 5 dollar. Het was een beste deal, en de vrouw leek niet helemaal gelukkig met deze goedkope prijs, maar de onderhandeling duurde haar te lang en ze wilde duidelijk geen risico nemen betrapt te worden met deze illegale praktijk.

Op tijd ben ik terug voor het vertrek uit Baracoa naar Holguin.

We vertrekken om half elf. Onze buschauffeur schat in dat het 4 en half uur rijden is.

Jan bouwt een uurtje speling in, want om 4 uur ’s middags moeten we echt wel op het vliegveld zijn: martinair bleek op de heenreis oomk al goed in overboekte vluchten, dus we mogen niet te laat inchecken!

Om 19:20 is onze vlucht gepland en je moet deze keer 3 uur van te voren aanwezig zijn.

 

De reis gaat tergend traag, ik volg de plaatstje waar we doorkomen nauwkeurig op de kaart. Het verbaast mij dat we halverwege eens rustig gaan pauzeren. Klopt dat wel: 3 en half uur onderweg en nog maar halverwege...??

Als we rustig aan een tafeltje gaan zitten vraagt Erik eens aan Jan hoe lang het nu nog rijden is. Jan zegt lachend dat ie het niet weet en ook geen flauw idee heeft waar we zitten.

Dan zeg ik hem dat we halverwege zijn en dat als we met dit tempo door rijden nog 3 en half uur onderweg zijn.

Hierop gaat jan maar eens met de chauffeur praten. Even later komt hij terug met de mededeling dat we niet kunnen eten, maar gelijk verder moeten.

Het vervolg van de reis gaat gelukkig over een betere weg en sneller. De chauffeur begrijpt nu ook (pas!) dat we op een bepaalde tijd in Holguin moeten zijn. Tegen 4 uur zijn we bij het vliegveld. Mooi op tijd dus alsnog.

 

Ik verdeel de sigaren wat over de medereizigers. Als ik in de rij sta weet een snuffelhond mijn sigaren in mijn rugzak al snel te vinden. Goed werk Snuf! De agent trekt de hond bij m’n rugzak weg, het is duidelijk dat ie wel vaker sigaren vindt

Het vliegtuig heeft 2 uur vertraging. Het moet van de Dominicaanse Republiek komen, en daar is een staking aan de gang van het luchthavenpersoneel. Verder mag het vliegtuig niet boven Haiti vliegen wegens de onrust in dat land.

Met vertraging landen we in Amsterdam

Vier vrije dagen nog te gaan alvorens weer aan het werk te moeten...