Reisverslag Canada Alaska: vrijdag 2 september 2005 t/m vrijdag 23 september

 

Reisorganisatie: Baobab

 

Route:

 

 

 

Groep

-          Geert van Hoof

-          Maria Schellart

-          Wilbert Jeuken

-          Elvera Hartmann

-          Rients Alberts

-          Marco Crommentuyn

-          Ilse Decorte

-          Cor Prinsen

-          Rian Bogman

-          Wendy Vergouwen-Herrmans

-          Christ-Jan Vergouwen

-          Peter Olijve

-          Rens van Dorst

 

Reisbegeleider: Ryan

 

 

 

Vrijdag 2 september

 

Doordat ik redelijk vroeg op Schiphol ben heb ik ruim de tijd om in te checken en wat rond te lopen.

Om 14:06 vertrekken we richting Londen en naast mij in het vliegtuig kom ik de eerste medereiziger van deze reis tegen: Rian, een wat oudere vrouw.

In Londen zien we de rest van de groep, het valt me op dat de gemiddelde leeftijd redelijk jong is.

We vertrekken vanuit Londen met drie kwartier vertraging aangezien er erg veel vliegtuigen dezelfde startbaan nodig hebben, een ware file is ontstaan.

Tijdens de vlucht vraagt de bemanning om medische assistentie. Iemand van de groep, Ilse, blijkt arts te zijn en loopt naar voren. Er blijkt een vrouw flauw te zijn gevallen

Het is niet ernstig, maar de bemanning is haar toch dankbaar, en beloont haar met een grote fles champagne.

 

Groenland glijdt onder ons door…

 

 

In Vancouver moeten we door de douane, maar dit schiet niet echt op: er staat een erg lange rij…hmmm…we moeten toch boarden naar Whitehorse om 20:15….dat gaat krap worden.

Iedereen van de groep staat voor mij, behalve Rian, die staat nog een eind achter mij.

Als ik eindelijk aan de beurt ben is de rest van de groep al gauw verder gelopen. Ik besluit op Rian te wachten, en wijs haar waar de bagage te vinden is. Vervolgens haasten we ons naar de volgende hal om de bagage weer in te leveren voor de binnenlandse vlucht. Volgens de beambten daar moeten we rennen, want de tijd begint te dringen.

We zijn net op tijd bij het vliegtuig, na ons komen anderen van de groep, die er onverklaarbaar door de douane uitgepikt waren. Om 20:45 vertrekken we richting Whitehorse.

Naast mij in het vliegtuig zit een canadese man, hij is geoloog en brengt gebieden in kaart voor de regering. Als hij eenmaal met mij aan de praat raakt houdt ie niet meer op!

De vlucht blijkt vlot te gaan: 2 uur en een kwartier, om 23:00 zijn we in Whitehorse en zien we onze reisbegeleider, Ryan.

We slapen deze nacht in de Bonanza Inn, in het centrum van Whitehorse. Ernaast speelt een goede bluesband en we (enkelen van de groep) drinken er nog even een biertje.

Ik betaal in Amerikaanse dollars, en dat wordt 1 op 1 verrekend in Canadese dollars. Ik krijg canadees geld terug, dat is dus niet voordelig, aangezien de amerikaanse dollar zo’n 10 procent meer waard is als de canadese dollar…nou goed, dat heb ik er dan maar weer van geleerd, morgen maar even pinnen.

 

 Zaterdag 3 september

 

’s Morgens ontbijten we in het hotel, het ontbijt blijkt zeer fors, 3 eieren, ham, sausages, bacon etc…ik wordt er bijna misselijk van en blijk er genoeg aan te hebben voor de hele dag. Pinnen in Whitehorse blijkt erg gemakkelijk te gaan.

 

In Whitehorse maken we een rondwandeling en bezoeken de beroemde Klondike, een oude radarboot die herinnert aan de zware tocht van de goudzoekers vroeger.

 

Whitehorse: de S.S. Klondike

 

Whitehorse dankt zijn naam aan de stroomversnellingen waar in 1897 maar liefst 25.000 gelukszoekrs lang trokken en hier de stad stichtten.Anders dan in Dawson City is de stad na de goudkoorts verder tot bloei gekomen.We komen langs de Schwatka dam en zien een van de langste visladders ter wereld, gebouwd om de zalmen toegang te geven tot hun broedgebied verderop in de rivier.

 

Whitehorse: de Schwatka dam

 

Met Marco ga ik op zoek naar de brouwerij, maar die blijkt niet op de op de kaart aangegeven plaats te zitten. We gaan terug en kopen nog wat bier. Hiervoor kun je niet in de supermarkt terecht, maar moet je naar speciale liquid stores. Vervolgens zien we Ilse en Peter en drinken koffie in een coffeeshop waar een groot aantal verschillende soorten koffie verkocht worden.

Koffie blijkt een erg populaire drank in dit gebied. De amerikaanse koffie is erg slap en gaat per halve liters in de koppen. Om misselijk van te worden!

In het restaurant waar we om 18:00 hebben afgesproken zien we speciale gerechten op de menu-kaart: kariboe(!)-stoofpot, of bizon (!) steak…ik kies voor de bizon en die smaakt prima.

Bij het afrekenen moeten we een extra percentage van 15% fooi toevoegen.

De maaltijd komt zo op 47 dollar…Canada blijkt een duur land te zijn.

Na het eten drinken we nog wat in een kroeg waar live-muziek is. De kroeg is zo goed als leeg…als we uiteindelijk zo tegen 23:00 naar het hotel vertrekken begint het drukker te worden: zaterdagavond is een uitgaansavond in Whitehorse, en het komt laat op gang.

 

 Zondag 4 september

 

Whitehorse -> Tombstone Mountains

 

Deze dag vertrekken we om 8:00 richting de Tombstone mountains. We rijden naar het noorden over de Klondike Highway door een gebied waar beren kunnen zitten, dat wordt dus goed opletten.

De lange rit gaat samen met veel zon en halverwege maken we een korte wandeling naar de five finger rapids. Als we terugkomen van deze wandeling heeft Ryan de lunch klaar, dat ziet er niet verkeerd uit.

Op gegeven moment slaan we af op de onverharde Dempster Highway die tot ver op de arctische toendra voert. ’s Avonds komen we aan bij de campsite van de tombstone mountains.

 

Het is er druk, zo druk zelfs dat er geen plaats meer is. We kunnen de tenten ergens in de buurt opslaan, op de staff-site, een plek een paar honderd meter verderop.

Bij de campsite is een shelter met een stoof, hier kan op gekookt worden, het is er niet druk. De meeste kampeerders gebruiken hun eigen camper.

Na voldoende houtblokken in de stoof te hebben gedaan kan de maaltijd bereid worden, de kookploeg doet het goed….de zalm lukt prima.

’s Avonds vertelt Ryan nog iets over het kamperen met beren.

 

Gevaarlijk zijn de beren als je in de buurt van hun prooi komt (de zgn killzone) of in de buurt van hun jong. Bovendien moet je niet te plotseling voor ze staan, ze moeten je horen aankomen. Toch vindt Ryan een bearbell niet effectief, ze zijn alleen maar irritant voor de medewandelaars.

 

 Maandag 5 september

 

Deze morgen moeten we helaas constateren dat er geen noorderlicht is geweest ’s nachts. Niemand had wat gezien. Het was aardig koud geweest, zo’n 5 graden en velen bleken het matje toch wel erg dun te hebben gevonden. Om 7:00 moet ik aantreden voor het maken van het ontbijt.

Om 9:15 vertrekken we voor een stevige wandeling in de buurt door de tombstone mountains.

De Tombstone Mountains zijn het nieuwste reservaat van Canada, en vormen de meest zuidelijke rand van de immense Arctische vlaktes. De vlaktes worden gekenmerkt door permafrost, dat wil zeggen dat de ondergrond altijd bevroren is en alleen de bovenste meters ontdooien in de zomerzon.

Dit is de enige plek op de hele reis waar je kennis kunt maken met de unieke vegetatie die kenmerkend is voor de Archtische vlaktes. Het schots en scheef staan van de bomen (“drunken forest”) duidt op de aanwezige permafrost.

 

We maken een behoorlijke klim over rotsachtig gebied en we worden beloond met een mooi uitzicht.

 

Wandeling in de Tombstone mountains

 

Wildlife zien we helaas nergens, zijn alle beren met vakantie?

’s Middags zijn we redelijk vroeg weer terug en we vermaken ons met een voor bijna iedereen onbekend kaartspel, genaamd republieken. Ilse legt de spelregels uit:

 

Republieken:

We zitten in een kring om de tafel op rangorde, iedereen heeft een functie: er is een president, minister president, burgermeester, burger, toiletjuffrouw en het gat

Kaarten hebben de gebruikelijke waarde:

Joker, Aas, Heer, Dame, Boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2

De kaarten worden verdeeld

Het gat geeft zijn twee beste kaarten aan de president, de president geeft 2 willekeurige kaarten terug

De toiletjuffrouw geeft de beste kaart aan de minister-president, deze geeft een willekeurige kaart terug

De president komt uit met 1 kaart, of x gelijke kaarten.

De volgende (ministerpresident) moet hier overheen met hetzelfde aantal kaarten. Of hij past.

Als iedereen geweest is mag degene die de slag wint uitkomen. Wie het eerste alle kaarten kwijt is wordt in de volgende ronde president, wie daarna het snelst uit is wordt minister-president etc….

 

Het kaartspel Republieken

 

 

Opmerkelijk van dit spel is dat niemand van de aanwezige nederlanders het kent. Ilse (belgisch) heeft het ons dus uitgelegd, maar Ryan ken het ook!

Na het eten maken we nog een wandeling in de buurt. Het is een route dat Peter eerder al voor een deel had gelopen. Het is verder dan we dachten, en de groep splitst zich op. Een deel gaat terug en een aantal gaan verder.

Ik loop met de groep die terug gaat. De terugweg heeft een aantal verraderlijke afslagen en we verdwalen. Hierdoor zijn we maar vlak voor het donker terug. De andere groep is er dan nog niet. Uiteindelijk slaat de ongerustheid toe. Ryan gaat op pad om de verloren schaapjes te zoeken.

’s Avonds laat is de groep uiteindelijk terug, ze waren ook een aantal keer fout gelopen. Nog later komt Ryan pas weer terug.

Deze nacht moet ik om 3:00 even de tent uit, er is dan een witte gloed zichtbaar aan de lucht. Is dit noorderlicht? Volgens Peter, mijn tentgenoot is het inderdaad noorderlicht. Het ziet er wel apart uit, maar ik had toch wat kleur verwacht.

 

 Dinsdag 6 september

 

Tombstone mountains -> Dawson City

 

Deze morgen reizen we zuidwaarts naar Dawson City.

 

Onderweg naar Dawson City

 

 

Bij een parkeerplaats ontmoeten we een andere nederlandse groep. Het is de groep van Askja. Deze mensen zijn beduidend ouder dan onze groep, toeval? Ze hebben er al een paar weken op zitten en al heel veel gezien, waaronder noorderlicht, en een moose van heel dichtbij, te dichtbij. Bovendien hebben ze erg mooi weer gehad.

 

Even later gaan we verder en stoppen bij de grootste dredge machine van de Yukon.

Het is een grote fabriek die ten tijde van de goudkoorts over is gekomen uit Amerika en daar geassembleerd. Aan de voorkant van de fabriek worden bakken modder geschept. Binnenin de fabriek wordt de modder gezeefd en goud gefilterd. Eigenlijk hetzelfde principe als het zeven met een pan, maar vele malen effectiever.

 

Beroemde dredgemachine

 

Even later rijden we verder en komen vroeg in de middag in Dawson City aan.

 

Dit is het hart van Canada's Klondike goldrush. De hele stad is niet voor niets tot National Historic Site verklaard, want het lijkt in Dawson op veel plaatsen alsof je terug in de tijd gaat. Als je door de historische straten dwaalt kom je iconen uit de goldrush tegen.

 

Dawson city

 

In Dawson gaan Ilse en ik op zoek naar een paar kadootjes: Peter is woensdag 7 september jarig en Maria vrijdag 9 september. We lopen verder de stad door en maken wat foto’s van gekleurde huisjes en van bouwvallige, scheefgetrokken kerkjes.

Op gegeven moment zien we Marco en met z’n drieën gaan we verder. In een kroegje drinken we wat en zien we veel zz-top achtige mannen zitten. Mannen met lange baarden, het blijkt redelijke karakteristiek voor deze buurt te zijn.

 

Op gegeven moment vertrekken we naar de campsite. Het is aan de overkant van de rivier, dus we moeten met een pondje. We komen aan op een mooie grote campsite, met douche-cabines, alhoewel douche: er staan grote bakken met heet water, opgestookt door een vuur in een stoof, die we moeten aanvullen met houtblokken. Met een klein bakje kan dit hete water geschept worden, en naar believen gemengd met koud water. Het werkt goed!

De Askjaploeg staat schuin tegenover ons…ook op deze campsite.

Om 10:00 vertrekken we weer naar Dawson, weer met het pondje.

 

De beroemde sourtoe-cocktail blijkt geldklopperij: je moet een sterke borrel bij de bar bestellen, whisky bv voor zo’n 5 dollar. Bij een tafeltje zit een man die voor 5 dollar een namaak-teen in je glas gooit waarna je je borrel leeg moet drinken, en je lippen moeten de teen aanraken. Ik doe hier niet aan mee…

 

 

Tekstvak:

Tekstvak:

De Sourtoe Cocktail

 


We gaan vervolgens naar het Diamond Tooth Gertie’s Casino voor een optreden van can-can danseressen. Deze danseressen geven 3 voorstellingen. Het publiek wordt actief bij de dansen betrokken. Enkelen worden het podium opgehaald, maar dat blijft mij gelukkig bespaard.

Het ziet er wel leuk uit, maar is niet van overdreven hoog nivo.

 

 

Dawson: can can danseressen

 

Tegen 1:00 zijn we terug op de campsite, het stadslicht schijnt op de wolken, maar daarmee wordt het natuurlijk geen noorderlicht.

 

 Woensdag 7 september

 

Dawson -> Fairbanks

 

Peter is jarig en hij krijgt een ludiek t-shirt van de groep.

 

 

Peter is jarig!!

 

Deze morgen reizen we verder naar Dawson City.

Ik zit nu op een andere plek in de bus. Deze bevalt behoorlijk minder.

We rijden over de ‘Top of the World’ Highway. Deze weg is zo genoemd omdat hij over de meeste heuvels en bergen voert, en veel van de dalen vermijd. We maken veel stops om even te rekken en te strekken en om foto’s te nemen.

Tijdens deze rit gaan we de grens over naar Alaska. Mijn eerste keer in de VS. Iedereen moet een formulier invullen, en met groepjes van 4 moeten we een kantoortje in, en 6 dollar tax betalen.

 

 

Voor het eerst in de Verenigde Staten

 

Vervolgens rijden we een lang saai stuk naar Fairbanks. Als we er aankomen regent het.

De (grote) campsite is zo goed als verlaten. Bij het kampvuur is het erg gezellig, iedereen kletst met elkaar, als waren we op een verjaardagsfeest.

Door de bewolking zien we geen noorderlicht. Als ik om 4:30 toch even de tent uitmoet is het nog steeds bewolkt, maar niet helemaal meer: door een gat in de wolken zie ik de grote beer: de eerste beer die ik buiten zie!

 

  Donderdag 8 september

 

Fairbanks -> Denali National Park

 

Deze ochtend staan we vroeg op, tegen 7:00, het regent een beetje. Na het ontbijt rijden we naar North Pole. Hier bevindt zich het huis van de kerstman.

Dit huis blijkt een mega christmas-store te zijn, waar zich mogelijk de grootste hoeveelheid kitch van de wereld bevindt per vierkante meter. Alle kaarten die gestuurd worden naar de kerstman komen hier terecht. De kerstman is er niet, dat duurt nog tot november, dan is hij weer terug om de mensen te vermaken. Buiten achter een hek bevindt zich een eland, het rendier van de kerstman.

Op gegeven moment heeft iedereen het wel gezien en rijden we richting Fairbanks.

 

Fairbanks is vooral bekend vanwege de grote kans om hier het noorderlicht te zien. Midden in de zomer is het veel te licht hiervoor, maar in het late voorjaar en het najaar is de kans zo groot dat er zelfs speciale sektes hierop afkomen.

Enkele uren Fairbanks zijn voldoende om een indruk te krijgen van de stad. Echt gezellig is het er niet.

Bij de visitor information center kunnen we 10 minuten gratis internetten. Mijn xs4all webmail werkt niet. Het getypte mailtje was vergeefs geschreven.

 

Op gegeven moment vertrekken we richting Denali National Park (NP). Even over 7 ’s avonds komen we hier aan en is het onbewolkt.

Volgens Ryan is er kans op noorderlicht als het weer aan het veranderen is. Hij heeft een barometer en die geeft elk uur dezelfde luchtdruk aan. Hij krijgt zelfs een signaal (net als een wekker) als het verschil tussen twee opeenvolgende luchtdrukmetingen erg groot is.

Deze avond is het weer stabiel. Helaas, beloofd niet veel goeds. Ryan heeft gelijk, er viel niets te zien, alleen heel heel veel sterren, ook een erg mooi gezicht.
Om middernacht is Maria jarig. Zij krijgt van de groep een kaartspel met het volledige wildlife van Alaska, bovendien een klein leuk eland-tasje.

 

 Vrijdag 9 september

 

Denali National Park

 

Het Denali N.P. is bijna 25.000 km² groot en herbergt de hoogste berg van Noord Amerika, Mount McKinley (6177 meter). Je vindt op de hellingen van de bergen meer dan 430 soorten bloeiende planten naast talloze soorten mossen, korstmossen, schimmels en paddestoelen. Het zijn allemaal soorten die zich aangepast hebben aan de extreme winterse koude. De vegetatie valt in twee vormen uiteen: taiga en toendra. Taiga is een russisch woord, dat letterlijk ‘het land van de kleine stokjes’ betekent en verwijst naar de vegetatie in laaggelegen valleien en langs rivieren, waar je struiken en lage bomen vindt. Toendra is een landschap van lage struikjes en wilde bloemen, dat je op de minder beschutte plekken vindt en die zich hebben aangepast aan het korte groeiseizoen (4 maanden). De grootste aantrekkingskracht van het Denali N.P. is echter het wildleven: met een beetje geluk kom je hier grizzly beren, kariboes, elanden, wolven en wilde Dall schapen tegen. Bovendien kun je hier ruim 150 soorten vogels ‘spotten’. Je hebt twee volle dagen de tijd om dit park te verkennen.


De andere dag kun je een volle dag diep het park intrekken met de Denali shuttle bus, het enige verkeer dat binnen het park is toegelaten. Onze eigen bus mag dus niet. Bovendien mag Ryan hier niet met ons mee als gids.

We moeten vroeg op want we moeten om 8:00 met een shuttlebus het park in. Speciale shuttlebussen mogen hier rijden. Je kunt op meerdere plekken op- en afstappen en een stuk te voet afleggen.

De indruk van iedereen was dat we het park ingingen, ongeveer een uurtje rijden, en vandaar zouden gaan lopen. Dit bleek toch even anders te gaan: We hebben de bus naar Fish creek, deze tocht duurt vele uren, de busrit is een soort safaritocht.

In het begin zien we een kariboe en even later een eland (moosse). De beesten bevinden zich verder van ons af dan ik gehoopt had.

 

 

De eerste eland zien we in Denali National Park

 

 

Nog een eind verder zien we hoog boven in de bergen dall-sheep. Aan het einde van de rit, vlak voor het keerpunt zien we een grizzly beer in de verte. De beesten bevinden zich zo verschrikkelijk ver weg dat we alleen met een verrekijker kunnen kijken. Foto’s maken heeft bijna geen zin.

 

Nadat we gekeerd zijn stap ik met Cor, Marco en Maria uit om te gaan wandelen.

Hoog boven in de bergen zien we met een verrekijker 4 grizzly-beren.

We besluiten die kant op te lopen, zodat we de beren ietsje beter kunnen zien. We zijn nog maar net onderweg of we worden teruggeroepen door 2 rangers. Zij vinden het niet zo’n goed plan wat we doen, en we moeten maar een andere kant oplopen.

 

We besluiten langs de rivier te lopen, maar kunnen deze niet over. Aan de andere kant van ons bevindt zich een met bordjes aangegeven “closed area” zone. Hier mag je niet komen, aangezien het gezien wordt als het gebied van een eland, wolven of van een beer. Als de”closed area” zone afbuigt en over de rivier gaat kunnen we niet verder. We besluiten terug te gaan. Een betrekkelijk saai stuk en we zien hier geen wild.

 

Met de eerste shuttlebus gaan we terug, onderweg pikken we de rest van de groep op, zij waren verderop uitgestapt. Als we bijna weer terug zijn zien we een aantal bussen stilstaan. Er bevindt zich een eland vlakbij. Zo dichtbij hadden we deze nog niet gezien. Op gegeven moment steekt de eland over, het is een mooi gezicht, Vele tientallen camera’s staan de klikken.

 

’s Avonds regent het wat, en boven het kampvuur wordt een zeil gespannen. Hierdoor kan de rook moeilijk weg, en afhankelijk van hoe de wind staat blaast het laag weg. Soms is dat erg benauwend.

We roosteren marshmellows bij het vuren, die smaken erg goed.

 

 

Marshmellows roosteren bij het vuur

 

 

We liggen vroeg in de tent. Deze keer slaap ik alleen in een tent. Kan ik nog even rustig liggen en mislukte denali-photo’s van mijn kaartje wissen. Het zijn er weer heel wat, maar er blijven ook enkele mooie over.

 

 Zaterdag 10 september

 

Denali National Park

 

Deze morgen gaan we naar het visitor center. Ondanks de late tijd in het seizoen zijn er aardig wat toeristen. Met z’n allen lopen we een trail en beklimmen hierbij de Mount Healy. Dit is een aardige klim, en een half uurtje onder de top gaan we terug.

Ruim op tijd zijn we terug in het information center.

Dit omdat we op tijd willen zijn voor de sledehonden-demonstratie. Deze is leuk. Er wordt van alles uitgelegd over sledehonden, en een van de mensen die daar werkt rijdt een rondje, voortgetrokken door 5 sledehonden, onder het toeziend ogen van ruim honderd toeristen die ruim bewapend met fototoestellen het schouwspel gadeslaat.

 

 

De sledehondendemonstratie

 

 

Als de demonstratie over is lopen een aantal een tweede trail door het bos (“Rock Creek Trail”), het begint dan wel licht te regenen. De herfstkleuren in de bomen maken het landschap prachtig.

Als we terug zijn op de campsite kunnen we bij een wasruimte, met een aantal wasmachines en drogers onze kleren wassen. Ryan heeft dan al een grote pan Chili klaar. ’s Avonds trekt de bewolking weg en is het zo goed als onbewolkt.

Ik besluit Ryan mooi niet te vragen naar zijn barometer gegevens en houdt stil de hele avond hoop dat we nu noorderlicht gaan zien.

Op gegeven moment gebeurt het dan toch: Christ-Jan vraagt aan Ryan de luchtdruk. Deze kijkt en schudt dan zijn hoofd, stabiel. Helaas, dat belooft dus weer niet veel goeds.

Nog geen 5 minuten later roept er iemand: Noorderlicht! Het is 10:10.

We zien een geweldig spectaculair noorderlicht. Grote groene gordijnen trekken bewegend door de lucht. Soms zien we er zelfs paarse kleuren bij. De theorie van Ryan dat noorderlicht alleen te zien is bij weersveranderingen gaat nu niet echt op. Iedereen maakt enthousiast foto’s

 

Noorderlicht met Grote Beer in Denali National Park

 

Noorderlicht in Denali National Park

 

 

Fotograferen van noorderlicht

Iedereen trekt er op uit, weg van het kampvuur om een donker plekje op te zoeken, zodat ze een goede foto kunnen maken van dit natuurverschijnsel. Het valt op dat iedereen keurig bij elkaar staat, in de buurt van enkele bomen, zodat er ook nog een voorgrond bij komt.

Enkelen kiezen een lange sluitertijd en plaatsen de camera op een statief. Doordat anderen hier enthousiast doorheen flitsen valt er enige irritatie te bespeuren. Op gegeven moment houden de flitsers op.

Peter adviseert de camera in te stellen met een ISO-waarde van 400, omdat dit het meeste licht opvangt. Ik kies een plek een eindje verder. Door mijn gammele statiefje gebruik ik naast mijn maximale sluitertijd van 15 seconden ook de zelfontspanner, dit werkt prima. De gemaakte foto’s bevatten voldoende beeld om ze later in photoshop nog iets te verlichten met mooi resultaat.

 

Het noorderlicht is er bij vlagen….soms is het vel, maakt dansende bewegingen, dan verdwijnt het weer voor een korte periode. Om 2:15 is het er nog steeds, weer. Het is dan -2 graden, tijd om te gaan slapen.

 

 Zondag 11 september

 

Denali National Park -> Anchorage

 

Na het ontbijt vertrekken we, zo tegen 10:00 richting Anchorage.

Door het mooie weer hebben we een mooi uitzicht op de hoogste berg van Noord-Amerika, de Mount McKinley. We maken een stop in Talkeetna voor de lunch en om koffie te drinken. En houden nog steeds uitzicht op de mount McKinley.

 

 

Nu valt op hoe groot de Mount McKinley is: zelfs vanaf Anchorage kan deze gezien worden als het erg helder weer is!

Ryan vertelt dat ie ooit ook wel eens deze berg wil beklimmen, maar zijn eerste echt grote uitdaging is de beklimming van de Mount Logan. Deze berg wordt de velen beschouwd als de hoogste berg ter wereld in de zin dat je voor de beklimming het grootste hoogteverschil moet overbruggen: 6000 meter. Je start namelijk op zeenivo (itt de mount Everest). Voor deze beklimming, die Ryan over een paar jaar wil gaan maken trekt hij enkele maanden uit. Er moet een goed team van enkele vrienden samengesteld worden en je moet rekenen op totale kosten van ongeveer 20.000 USD.

 

 

De Mount McKinley is zichtbaar

 

 

Als we tegen  vieren in Anchorage aankomen hebben we nog even tijd voor internet. Marco en ik drinken nog een bier in Humpeys. Een groot eetcafé, met tegen de twintig bieren van de tap.

Tekstvak:

De campsite waar we kamperen staat vol met overwinterende (?) campers en is verre van gezellig. We trekken gauw de stad in voor het avondeten en drinken uiteindelijk weer wat in humpeys, nu met z’n allen.

 

 

 

Maandag 12 september

 

Tour door de Kenai Fjorden

 

Deze ochtend staan we om 5:50 op, want op het programma staat een boottrip door de Kenai Fjorden. We rijden hiervoor naar het plaatsje Seward op het Kenai schiereiland aan de kust en zijn mooi op tijd.

Het regent behoorlijk, en ook als we op de boot zijn regent het nog. De lucht is grijs en grauw. Wat moet dat worden vandaag. We varen langs diep ingesneden fjorden en grote gletchers.

 

Gelukkig wordt het weer snel beter en zien we gletchers in de zon liggen, enkele zeeotters, zeeleeuwen en een bald eagle. Op gegeven moment zijn alle blikken gericht op een plekje aan de kust, met een verrekijker is een zwarte beer te ontdekken. In het water zien we dolfijnen en papagaaiduikertjes.

 

We komen aan bij een gigantisch grote gletcher en horen af en toe met donderend geraas grote brokken ijs het water instorten.

Als we om vier uur weer terug zijn eten we pizza in een groot restaurant, waarna we om 20:00 weer terugrijden naar Anchorage. Ik zit voor in.

 

 

Boottocht door de Kenai Fjorden

 

 

Als ik voor de zoveelste keer een bord zie “Pas op voor overstekende moosse” vraag ik aan Ryan of hij wel eens heeft moeten stoppen voor zo’n eland. Ryan vertelt dat ie dat wel een paar keer heeft moeten doen: in de winter, nabij de steden wordt wel eens zout op weg gestrooid, waar de elanden op af komen, om het zout weer van de weg te likken.

Om 23:00 is zo ongeveer iedereen naar bed, morgen wordt een actieve dag: er staat ijsklimmen op het programma.

 

 

 Dinsdag 13 september

 

Anchorage -> Matanuska Vallei

 

Deze ochtend vertrekken we vroeg vanuit Anchorage richting de Matanuska vallei in noord-oostelijke richting over de Old Glenn Highway. In het begin van de middag komen we hier aan. Deze keer bevindt zich de campsite op een prachtige plek: tegenover een grote gletcher. De Matanuska gletcher.

10 mensen gaan ijsklimmen, Ilse, Peter en Rian gaan een stuk wandelen.

Het ijsklimmen wordt georganiseerd door een drietal mensen. Het blijken een amerikaan, en twee nieuw zeelanders te zijn.

 

IJsklimmen

IJsklimmen, ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik met er bij voor moet stellen. We krijgen eerst allerlei dingen om aan te trekken: twee paar handschoenen, stijgijzers, een broek voor over de spijkerbroek, een helm en een soort gordel waaraan we gezekerd gaan worden.

Vervolgens trekken we met z’n allen naar de gletcher.

 

We krijgen wat uitleg over hoe tegen een helling op te lopen met de stijgijzers. Al gauw komen daar de pikhouwelen bij. Ik vind de muur maar griezelig stijl. Gelukkig ben ik goed gezekerd door een touw, dat door een viertal schroeven zit die boven in het ijs is gedraaid. Het schijn dat 1 schroef een vrachtwagen kan dragen.

Om tegen de wand te klimmen moeten de voorste punten van de stijgijzers goed in het ijs worden getrapt (voeten uit elkaar voor de stabiliteit), waarna ook de pikhouwelen in het ijs gehamerd moeten worden. Je zet jezelf zo op 4 punten vast. Als je goed vast zit moet je proberen met je voeten los te maken en een stukje hoger in het ijs te trappen.

De wand is stijl, echt stijl omhoog en op gegeven moment zelfs meer dan 90 graden, zodat je naar achteren aan het klimmen bent.

De moeilijkste wand is een ware beproeving, aangezien ik op gegeven moment geen kracht meer in mijn linkerarm heb om de houweel nog fatsoenlijk in het ijs te rammen.

 

 

Icewalking over de Matanuska Gletcher

 

Uitgeput maken we na het ijsklimmen nog een korte tocht over de gletcher, waarbij we ook nog van een wandje abseilen. Dit is een stuk relaxter en vergt alleen even de durf om je aan het touw toe te vertrouwen, waarna het neerkomt op het goed plaatsen van je voeten.

Een van de begeleiders neemt onze fototoestellen aan en knipt er lustig mee op los, zodat we met voldoende foto’s terugkomen.

 

 

Om 17:30 zijn we terug bij de campsite en zijn Ryan, Peter, Ilse en Rian nog niet terug. Dit duurt nog wel even en we vermaken ons met het republieken.

 

 

Ons tentje met uitzicht op de gletcher

 

 

Uiteindelijk komen de wandelaars terug. Ilse heeft pech en is in een kuil gestapt en een zware beenblessure opgelopen. Ze loopt mank, ondersteund door een stok. Arme Ilse.

Het eten smaakt goed, en Ryan maakt stevige lappen biefstuk klaar.

s Avonds zijn we weer getuige van een spectaculair noorderlicht. Om 2:00 laat ik het spectakel voor wat het is en ga slapen. Een mooie foto van d e zonsopgang over de gletcher lijkt me ook wel wat, dat wordt dus zo weer vroeg op.

 

 Woensdag 14 september

 

Matanuska Vallei -> Tok

 

Heel vroeg opgestaan om de zon uit de gletcher te zien komen. Helaas is het bewolkt en heeft deze eerst nog een partij wolken te passeren. Dat is jammer, het is minder mooi dan ik gehoopt had.

Deze dag ontbijten we rustig. Wij zijn al klaar en hebben opgeruimd als Ryan zijn tent uit is. Het ergste vindt ie dat ie de koffie heeft gemist. Het is een echte koffieverslaafde.

Het is een lange reisdag, en we doen het rustig aan.

 

We hebben tijdens de reis aan onze rechterhand de contouren van de Wrangell Mountains, die samen met Kluane N.P. een aaneengesloten natuurreservaat vormen.  Wij stuiven, via Tok, af op Kluane N.P. waar we morgen aan zullen komen. Om een leuke lunchplek te vinden aan een meertje rijdt Ryan rustig 50 km (!) om.

Mooi, maar had voor ons niet gehoeven.

 

 

De campsite in Tok is net als de meeste campsites groot en verlaten. Ook zo’n camping die in het hoogseizoen ongezellig druk moet zijn.

We hebben er mogelijkheid om gratis warm te douchen en kunnen onze kleren wassen.

Het is helder en beloofd een koude nacht te worden.

Grote zalmen worden in zilverpapier gewikkeld en op het vuur gelegd.

’s Avonds is het weer gezellig bij het vuur en we wachten weer op het noorderlicht.

 

 

Gezellig bij het kampvuur

 

 

Om 1:00 is het zo ver. Het is minder spectaculair als de eerste twee avonden, maar toch.

Deze nacht is het koud. Als ik om 6:00 even kijk buiten is het -3 graden.

 

 Donderdag 15 september

 

Tok -> Kluane National Park

 

Dit gaat een lange reisdag worden. Om 9:00 vertrekken we.

Het is mooi weer en we steken de grens weer over van Alaska naar Canada.

Al spoedig steken we de grens met Canada over. In een museum onderweg zien we een zeer grote verzameling van opgezette dieren. Elk dier dat in de omgeving voorkomt is er haast wel te vinden. Nu zien we ook een keer hoe geweldig groot een grizzly beer is.

Ryan doet zijn best om ons de mount Logan, waar hij redelijk door geobsedeerd is, aan te wijzen.

De berg is zeer moeilijk zichtbaar doordat er een bergketen voor ligt. Hij weet het op gegeven moment ook zelf niet meer precies. Het is zeldzaam dat het zo helder is als nu, dat de contouren van Mount Logan zichtbaar moeten zijn. Het is nu de vraag of wij deze berg daadwerkelijk hebben gezien.

Als we in Kluane N.P. aankomen treffen we wederom een grote verlaten campsite aan.

 

Het Kluane N.P. is ruim 22.000 km² groot, en herbergt binnen zijn grenzen de hoogste berg van Canada, Mount Logan (5.959 m) en ’s werelds grootste gletsjer buiten de poolgebieden. Het park is nog niet zo lang geleden ontsloten.

 

Deze avond hebben we voor het eerst te maken met muggen. Nu komt mijn muggennetje toch nog van pas. Alleen Cor en ik hebben zo’n ding. De rest moet met deet aan de slag, maar opmerkelijk is dat de muggen hier zich niets lijken aan te trekken van 50 procent deet.

 

De muggenplaag is maar van korte duur, als de zon onder is zijn ze verdwenen, en warmen we ons weer bij het vuur.

Deze avond is er weer, we schrijven de vierde keer, noorderlicht.

Bij het vuur vertelt Ryan over zijn honden en dat ze wel eens achter zwarte beren aanzitten als die in de buurt zijn. Ryan zoekt z’n hond dan op en ziet een zwarte beer hoog in een boom zitten.

Zwarte beren blijken helemaal niet van die helden te zijn, en als de dood voor mensen. Als ze bij een tent zouden rondsnuffelen en ook maar iets horen dat vreemd klinkt, bijvoorbeeld het omdraaien van iemand in een slaapzak zouden ze er al als een haas vandoor gaan.

 

 Vrijdag 16 september

 

Kluane N.P. – King’s Throne

 

Deze morgen vertrekken we om 10:30 om een stukje te gaan wandelen.

We hopen hier wild tegen te komen, maar zien voorlopig alleen maar mooie bossen en uitzichten in herfstkleuren.

 

De hike die we vandaag doen heet King’s Throne. Het is een beste klim. Als we tegen de middag gaan lunchen hebben we aardig wat geklommen. Begonnen we de wandeling op 600 meter hoogte, nu zitten we op 1200 meter hoogte.

King’s Throne heet zo aangezien de bergen die we in de verte zien de vorm hebben van een troon..

Helemaal bovenop zien we mensen lopen, het zijn hele kleine stipjes.

 

Na de lunch stelt Ryan voor de groep te splitsen: mensen die terug willen en mensen die door willen naar de top.

De beklimming van King’s Throne. Volgens Ryan is het boven ijzig koud en zal er niet meer gestopt kunnen worden om te pauzeren. Ook zal er flink tempo gemaakt moeten worden omdat we anders niet op tijd terug zijn. Het lijkt me een hele uitdaging, en ik ga mee omhoog, samen met Rens, Christ-Jan, Wendy en Marco. Ryan gaat natuurlijk ook met ons mee.

Het is een forse beklimming, dit hadden we vanmorgen ook niet gedacht. Denk je een wandelingetje te gaan maken, wordt het een volledige bergbeklimming. Er komt geen eind aan. Elke keer als we een top bereikt hebben is er weer een nieuwe top in beeld.

Uiteindelijk zegt Ryan dat we niet meer verder kunnen, nog een top, en verder is het te bewolkt en onbetrouwbaar. Eind, helaas, niet gehaald, balen!

 

Als we deze laatste top beklimmen lijkt het weer iets beter te zijn. Ryan stelt voor om toch verder te gaan als iedereen het er mee eens is en op 15:15 zijn we toch bij de top. We zitten nu op een hoogte van 2000 meter en hebben dus 1600 meter geklommen. Dat is een beste hoeveelheid voor een dag.

Aan de andere kant van de berg is een schitterend uitzicht onze beloning.

 

 

We hebben de top bereikt van de King’s Throne!

 

 

 Na kort te hebben genoten van dit uitzicht zetten we de afdaling in. Die is natuurlijk ook behoorlijk zwaar, en vormt een ware belasting voor de knieën.

Om 17:20 zijn we terug op de plek waar we gelunchd hadden. Marco heeft ernstige problemen met de knieën en we besluiten ons op te splitsen. Ryan en Marco doen het wat rustiger aan en Christ-Jan, Wendy, Rens en ik gaan iets vlotter naar beneden om op de afgesproken tijd weer op de campsite te verschijnen.

 

Moe maar voldaan komen we bij de campsite aan. Het was een mooie wandeling, hoewel we geen wild hebben gezien helaas.

Deze avond smaakt het eten erg goed.

Deze avond geen noorderlicht meer…

 

 Zaterdag 17 september

 

Kluane National Park –> Haines

 

Het is weer een behoorlijk rit die we doen, 170 tot 200 km.

We rijden zuidwaarts en steken vlak voor Haines weer de grens met Alaska over. Onderweg maken we een stop bij het Chilkat State Park, waar we een grote kans zouden moeten hebben om de Amerikaanse zeearend te zien. Dit dier dankt zijn status als het nationale symbool van de Verenigde Staten aan zijn prachtige witte kop. Het komt hier in grote aantallen voor, omdat bij Haines een van de grootste zalmtreks van het hele gebied plaats vindt dankzij de vele rivieren die hier in zee uitmonden.

Ergens in de verte vliegt wat…moeilijk te zien, maar het is er een…matige score voor zo’n beroemd gebied. ’s Middags komen we op de campsite aan.

 

Als we gegeten hebben gaan we op berenjacht: deze avond is het de bedoeling om beren bij een rivier zalm te zien vangen.

Ryan vond dit behoorlijk wat geschikter als morgenochtend aangezien we dan weer een reisdag met de boot door de inside passage zouden hebben.

Als we bij de rivier aankomen waar het allemaal gebeuren moet is het al aardig donker. Wat zeg ik? Het is al heel erg donker. Het is al zo donker dat op het moment dat de eerste beren gezien worden het hele kleine zwarte vlekjes in de verte zijn.

Wat een teleurstelling, hier hadden wij ons toch heel wat anders van voorgesteld.

Even later is het helemaal donker, niemand heeft echt het idee beren te hebben gezien.

Ilse heeft even de vis van de beer gezien toen de zon er op scheen en lijkt enigszins tevreden…

Ryan heeft ook door dat het berenspotting uitje te donker is uitgevallen en stelt voor morgenochtend opnieuw te gaan. Hier heeft iedereen wel oren naar, zelfs als dat blijkt te betekenen dat we om 4:45 gaan rijden.

 

 Zondag 18 september

 

Haines -> Juneau

 

Deze ochtend staan we om 4:30 op, dat wil zeggen, bijna iedereen. Rens blijkt liever te blijven slapen.

We rijden richting rivier om 4:45, erg vroeg en erg donker is het dan. Ik mag voorin zitten en kan prima in de donkerte staren…niet veel te zien dus…

Als we bij de rivier aan komen is het nog steeds erg donker, er valt nog steeds niets te zien. Dit komt bekend voor. Alleen nu is het toch anders: we weten nu dat het licht gaat worden en we gaan wachten.

Sommigen vallen weer in slaap. Maar na een half uur is het raak: een grote grizzlie op een 30-tal meter van de auto. Het is al een stuk beter dan gisteren, maar nog steeds erg schemerig.

Vanaf nu zien we steeds meer grizzlies, ik zit nog steeds voor in en heb te doen met mijn reisgenoten die achterin een stuk minder zicht hebben.

De deuren mogen open, zodat er enigszins gefotografeerd kan worden, maar door de schemering is dit erg lastig. De fototoestellen kiezen lange sluitertijden, zodat bewogen foto’s haast niet te vermijden zijn.

De achterhoede begint zich te roeren, en op de vraag om van plaatsen te wisselen zegt Ryan dat dat te gevaarlijk is door al die grizzlies om de auto. Moet ik voorin blijven zitten, nou ik vind het best!

 

 

Grizzlie beren ’s ochtends vroeg bij een rivier bij Haines

 

 

Even later steken vlak voor de bus een grizzlie met jong de weg over, het is echt geweldig om te zien.

Even later zien we een grizzlie in de rivier een haal doen en een zalm grijpen, deze wordt samen met jong opgepeuzeld, afstand? Nog geen 100 meter denk ik….

 

Op gegeven moment is het even rustig en verwisselen we dan toch van plaats. Ik kruip tevreden achterin en beleef hoe beroerd deze plek zojuist moet zijn geweest voor een medereisgenoot…

Niet lang daarna is het zo licht geworden dat de beren zich niet meer laten zien.

We vertrekken, en komen even later op de campsite aan en beginnen aan het ontbijt. Rens is ook net wakker, en heeft nog amper door wat hij gemist heeft.

 

Na het ontbijt pakken we in en gaan naar de haven van Haines voor koffie. Het begint helaas te regenen en we duiken de koffieshop in.

Even voordat we hier binnengaan zien we hoog in een boom een bald eagle zitten met wat kraaien er om heen, deze is goed te zien….op gegeven moment ga ik ook naar binnen.

 

 

Bald eagle bij de haven van Haines

 

 

Ryan en Christ-Jan zijn aan het biljarten, Wilbert en ik pakken de andere tafel. Leuk om weer eens te doen.

Even later vertrekken we richting de boot.

Het regent behoorlijk op dat moment.

Met een catamaran stuiven we af op Juneau. Het is een snelle boot, die ons 2 en half uur later in Juneau af zet. Onderweg zien we een een aantal bootjes dobberen. Whale watchers? Kort daarna zien we een walvis….ja dus, whale watchers.

De tocht is verder wel aardig, maar door de regen ook weer niet heel spectaculair.

 

 Maandag 19 september

 

Juneau

 

In Juneau rijdt Ryan ons even rond in de stad en vertelt wat we er kunnen gaan doen.

We spreken af elkaar op een bepaald tijdstip weer in een bepaalde koffieshop te zien.

Hier ga ik even internetten en ik besteed de rest van de ochtend alleen, even wat rond lopen, kaarten schrijven.

Aan het begin van de middag vertrekken we (Maria, Christ-Jan, Wendy Ryan en ik) voor een mooie hike bij de Mendenhall-gletcher. Het is een mooie en grote gletcher, maar wel erg toeristisch.

Er staan behoorlijk wat bussen, en als we aan onze hike beginnen lopen er groepen toeristen, dezelfde hike!

We worden als het ware achtervolgd op onze hike door een grote groep toeristen, alle gewaad in een blauwe poncho, want het regent behoorlijk

We lopen door, evenals de horde blauwe poncho’s achter ons.

Op gegeven moment komen we bij een mooi uitzichtpunt, maar als de blauwe groep arriveert gaan we weer gauw verder. Op gegeven moment zijn we ze kwijt.

We lopen in een vrij zeldzaam zgn climax forest. De bomen zijn hoog en er is, door gebrek aan zonlicht weinig vegetatie in dit bos, laag bij de grond een beetje en wat paddestoelen, verder is er onder de bomen niets te vinden. Dit is ook de reden dat hier weinig wildlife te bespeuren valt.

Op gegeven moment hebben we een mooi uitzicht op een grote rivier, die even verderop uitmondt in een gigantische waterval, dit is ons keerpunt. We gaan weer terug en zijn op tijd weer in de stad Juneau.

 

Voor het eten deze avond heeft Ryan zalm en king crab gekocht. Het wordt weer een uitstekende maaltijd!

 

 Dinsdag 20 september

 

Juneau – Whalewatching, laatste avond

 

Deze ochtend moeten we op tijd bij de boot zijn: we willen walvissen gaan spotten.

Een aantal mensen gaan dit doen: Rian, Elvera, Wilbert, Christ-Jan&Wendy, Geert, en ik

Marco gaat mee met een boot om zalm te vangen,

Maria, Rens en Peter gaan Juneau verder verkennen.

Als we naar onze whalewatching tour rijden vertelt Ryan dat de tour niet 4 uur maar 3 uur gaat duren, het blijkt niet dat mensen door deze informatie afzien van de tour, hoewel die best wel duur is: 109 dollar.

Als we op de boot gaan zijn we nog de enigen, er moeten nog emer mensen komen, maar deze zijn er nog niet, ze komen van een cruiseschip. Hmmmm…. We houden ons hart vast.

 

Het duurt haast wel een uur, maar dan komen ze ook, behoorlijk wat toeristen. Oudere mensen, en bijna allemaal in stelletjes….

Dan varen we af, de reis blijkt intussen niet meer 3 uur, maar slechts 2 uur te duren…het regent behoorlijk.

Al spoedig zien we onze eerste walvissen. Door de sonar apparatuur en door de aanwezigheid van andere whalewatchers kan dit niet missen.

De niet-gespot-geld terug garantie blijkt makkelijk om af te geven, walvissen in overvloed!

 

 In 2 uren zijn we ook echt terug. Als we aankomen staat Ryan al klaar met de auto, we wachten nog even totdat ook Marco weer terug is van zijn zalmenjacht.

Ryan vertelt dat Rens en Maria zoek zijn omdat ze een afgesproken punt hadden gemist. We gaan naar Juneau en laten de brouwerij voor wat het is.

 

Maar eerste de Mendanhall gletcher nog even…deze hadden we al gezien.

Gelukkig zien we bij de Mendenhall Gletcher deze keer toch nog wat bijzonders: twee zwarte beren, moeder met jong.

Ik meng me snel tussen de dichtstbijzijnde toeristen en maak wat foto’s. Daarna komen er spoedig rangers om ons te vertellen dat we weg moeten. Tevreden met enkele foto’s van de zwarte beren loop ik weer weg.

 

Tekstvak:

 

Zwarte beren bij de Mendenhall gletcher

 

Ok dan, geen brouwerij dan vanmiddag.

Het komt mij wel uit, want van Juneau had ik nog niet veel gezien. Ik loop wat door de stad en ga op zoek naar een totempaal die ik vanuit de bus had gezien. Het ding bleek lastiger te vinden dan ik had gedacht.

 

 

Aan het eind van de middag koop ik nog wat souvenirs. In de stad staan een groot aantal souvenir-winkels op het punt om te sluiten: dit weekend is voor veel winkels het laatste weekend van dit jaar: Alaska sluit haar seizoen voor de toeristen, met als gevolg dat we overal forse kortingen zien: 50% voor alles in de winkel is niet vreemd.

Ik koop een klein totempaaltje, een indiaan met een eagle op de schouders. Het ding hoeft mij met 50% nu niet 115 dollar te kosten, maar mag voor 57 dollar,weg. Beetje afdingen maakt het 52 dollar, zo’n 45 euro. Dat is te doen.

’s Avond hebben we de laatste avond: een gezamenlijke maaltijd aan het water. Er liggen 5 grote cruiseschepen, en de eerste gaat juist weg.

 

Ilse had wat geld in gezameld en doet de speech. Dapper! Het gaat best goed, alleen zit ik aan het einde van de tafel dus versta er niet zoveel van! Na afloop vertelt Ilse me wat ze had gezegd tegen Ryan, de speech zat goed in elkaar.

 

We gaan nog even lang een kroeg die van binnen erg leuk is aangekleed, met opgezette beren, kariboes e.d. Het is er gezellig en druk! Dan vertrekken we naar de tenten….voor de laatste keer een overnachting in de tent!

 

 

Aan de wijn!

 Woensdag 21 september

 

Juneau – de (langst) terugreis

 

Deze ochtend vertrekken we keurig op tijd richting de boot naar Skagway.

We moeten om 11 uur bij de boot zijn en omdat we zo ontzettend vroeg zijn gaan we eerst nog even naar een strandje waar eagles zijn en mooie schelpen.

Even later zijn we, op tijd, bij de boot.

 

Als we op de boot kunnen ziet het er luxe uit. Er is een bar, een restaurant en heerlijke stoelen.

Op het dek boven schijnt de zon en daar maken we dankbaar gebruik van.

Het vertrek van de boot duurt lang. Het vertrek duurt heel erg lang!

Op gegeven moment wordt omgeroepen dat we wegens een security incident naar launchroom moeten.

Alles op de boot wordt onderzocht, elke vuilnisbak wordt opengemaakt.

 

Als alle passagiers in de launchroom zijn worden we geteld en moeten we van de boot af.

Dan breekt een lange periode van wachten aan.

We zijn 3 uur verder als wordt omgeroepen dat het verdachte pakje verwijderd is van de boot en wij weer aan boord kunnen.

 

 

De groep: vlnr Peter, Rian, Rients, Marco, Cor, Christ-Jan&Wendy, Rens, Maria, Elvera&Wilbert, Ryan, Geert, Ilse

 

Om half 4 vertrekken we, met 3 uur vertraging.

Onderweg is het lekker weer. We zien enkele walvissen en een mooie zonsondergang.

Met Peter drink ik een biertje bij de bar en praat wat met de barvrouw. Het is niet druk.

Er wordt omgeroepen dat als compensatie voor het lange wachten we een maaltijd kunnen nuttigen van 15 dollar op kosten van de bemanning. Dat klinkt goed.

 

Het is al donker als we in Skagway van boord gaan. Dan hebben we nog een stuk met de bus te gaan.

Sommigen vragen zich al af of we wel op tijd bij het vliegtuig zullen zijn in Whitehorse: we hebben namelijk nog een grensovergang te gaan en de klok moet ook nog een uur vooruit.

 

  Donderdag 22 september

 

Whitehorse – Amsterdam,  de (langst) terugreis gaat verder

 

 

Het is half 3 als we in het hotel in Whitehorse aankomen.

Een lange hotelovernachting gaat dit niet worden: over 2 uur moeten we vertrekken voor het vliegtuig.

We hebben net tijd om even te douchen en de bagage te herpakken. Dan is het half 5 en vertrekken we naar het vliegveld.

We nemen afscheid en vertrekken richting Vancouver.

De aansluiting naar Londen gaat redelijk vlot, evenals de aansluiting in Londen naar Amsterdam. Daar is het half 11 als we aankomen. Om half 12 ben ik thuis, en het is schitterend weer.

Gauw even bellen en een wasmachine aanzetten. Dan wordt ik plotseling wakker, het is 7 uur ‘s avonds!!! Happy jetlag!