(naar deel1: Togo)(naar Foto’s)(naar Reizen pagina)
We zijn de grens over en het ziet er (uiteraard) niet opeens anders uit.
We kamperen op een mooie plek bij een somba-familie.
Een dronken man komt naar ons toe en vraagt geld. Hij is duidelijk onder invloed en soms een beetje lastig. Op gegeven moment wordt hij door Kommi weggestuurd en we gaan eten.
Na het eten is de man terug, hij is nog steeds dronken maar ook vermoeid, en gelukkig gaat ie op gegeven moment slapen.
Hij heet Maurice en lijkt hier dus echt te wonen. Hij is een soort campement-beheerder en waarschijnlijk de oudste van de familie. Om half elf slapen we.
Deze morgen gaan we op bezoek bij een Somba familie in de buurt. Alma, Samira en Leen gaan niet mee. Een angstig vermoeden van opnieuw een confrontatie met geldvragende kindertjes is niet terecht. Het gaat er deze keer een stuk gemoedelijker aan toe.
De huizen van de somba lijken veel op die van de Taberma, het zijn opnieuw een soort kasteeltjes.
De Somba in het noorden van Benin lijkt erg veel op de Taberma in het noorden van Togo
Als we vertrekken worden de kinderen allemaal in een rij gezet. Het gebeurt op dezelfde manier als Lourens op oudejaarsdag de kindertjes in een rij zette om vervolgens de polonaise in te zetten.
Er zal hier toch niet opeens ook een polonaise gaan plaatsvinden?
Als alle kinderen in een rij staan gaat Anani vooraan staan met een zak snoepjes, een voor een krijgen ze een snoepje.
Dit is toch eventjes een stuk beter georganiseerd als bij de Taberma!
Bij een tweede dorpje hebben we weer hetzelfde beeld. We maken foto’s en Chris maakt er als altijd een voorstelling van met zijn camera: hij maakt een foto en laat vervolgens het digitale display aan de gefotografeerden zien. Dit wordt erg gewaardeerd, en meestal wordt er verder ook niet om geld gevraagd. Deze keer loopt het echter even anders als normaal: een man wordt boos op Chris, hij wil duidelijk wat, maar Chris begrijpt dat niet aangezien zijn frans niet erg goed is.
Uiteindelijk loopt de spanning hoog op en als Anani er bij komt blijkt dat de man een afdruk wil. Hij is er van overtuigd dat als de foto op een schermpje zichtbaar is er ook een afdruk gemaakt kan worden, maar helaas voor hem: dit is geen polaroid.
Het enige dat dus mogelijk is is het adres noteren van de man, zodat ie later opgestuurd kan worden.
Als we terug bij de tenten zijn zien we Samira, Alma en Leen die samen naar foto’s van Maurice kijken. Die is weer nuchter en blijkt een hele vriendelijke man te zijn.
Het is tijd vor een korte siesta. Het is erg warm, drie mensen hebben een thermometer bij zich en die meten alle drie 36 graden in de schaduw. Gelukkig is het niet drukkend warm.
’s Middags bezoeken we een klooster, met daarbij een internaat. Deze bevindt zich nog geen tien minuten lopen van de tenten. Doordat het maandag is komt een aantal kinderen net weer terug van vakantie. De nonnen zijn erg vriendelijk, geven iedereen van ons een beker ranja en leiden ons rond. Als we weg gaan doen we allemaal een kleine donatie.
’s Avonds heeft Tutu een prima maaltijd voor ons bereid (parelhoen, couscous, saus en aardappelen) en na een biertje en een spelletje dobbelen gaan we vroeg de tent in.
Om half negen vertrekken we naar Natitingou.
Maurice heeft de sandalen gekregen van Samira en is daar heel erg blij mee.
Ik maak nog een foto van het gezicht van de vrouw die Tutu heeft geholpen in de keuken. Zij heeft inkervingen in haar gezicht, zoals we dat bij iedereen van deze stam zien. zowel bij de mannen als bij de vrouwen en de kinderen. Deze worden op 2-jarige leeftijd al gemaakt met een scherp voorwerp.
Het blijkt dat elke stam weer andere kenmerkende inkervingen en littekens heeft. We zullen er nog vele van zien in Benin.
Inkervingen in het gezicht, bijna iedereen van deze Somba-stam heeft het.
Mannen, vrouwen en kinderen, de inkervingen worden gemaakt op vroegtijdige (2 jarige) leeftijd.
Natitingou ligt niet ver, we zijn er al tegen 10 uur. We laden even de spullen uit in de hotelkamer en gaan dan door naar het plaatsje Copargo.
In dit dorpje ontmoeten we een koning die zich hier met zijn stam heeft gevestigd. De mensen komen oorspronkelijk uit Burkina Faso en deze stam heeft weer een ander soort litteken op het gezicht.
In een huisje zien we een fetish voor de bescherming van een tweeling. Hier is een tweeling geboren, iets wat in de voodoo-cultuur een speciale betekenis heeft.
In dit huis is een tweeling geboren, wat een belofte vormt van voorspoed aan de ouders!
Een tweeling wordt gezien als een belofte van voorspoed aan de ouders.
Omdat dit niet vaak gebeurt krijgt de tweeling een speciale behandeling volgens strenge regels
Ze moet alles eerlijk met elkaar delen.
Als een van de tweeling sterft wordt er een klein beeldje of houten pop gesneden om zijn plaats in te nemen.
De moeder draagt dit altijd bij haar en na een korte periode neemt de overgeblevene van de tweeling het beeldje over om zorg voor te dragen. Als zij haar pop vergeet of kwijtraakt zal haar iets vreselijks overkomen. De pop moet alles doen wat zij doet.. Ze moet er alle voedsel mee delen, en het beeldje moet altijd dezelfde kleren dragen!
Even later zien we een fetishpriester. De man is erg oud en draagt enkel een geitenvel. Als ik vraag waarom hij een geitenvel draagt zegt ie dat hem dat is opgedragen door de voodoogeesten. Als hij iets anders zou dragen zou hij binnen 24 uur sterven.
Op de vraag of hij ook fetishes heeft (bij de medicijnman in Togo hebben we er ten slotte ook vele gezien) zegt de man dat ie die zeker heeft, maar dat deze niet voor toeristen te bekijken zijn.
Oude fetish priester in Copargo
Na wat gegeten te hebben in Copargo gaan we terug naar Natitingou. Tine en Bianca stappen uit bij het museum. De rest rijdt door naar ons hotel, hotel Tata Somba. Een luxe hotel met zwembad, hoewel het wel even duurt voordat er water uit de kraan komt.
Voor het eten kiezen we een restaurantje uit: Le Gourmet. Er is bijzonder weinig keuze en we laten het bij een drankje.
Gauw vertrekken we voor een volgend restaurantje: La Basiliek. Onderweg komen we ons busje regelmatig tegen. Baba, Kommi en Anani zijn op benzinejacht, dat nogal lastig te krijgen is hier.
Het restaurantje is verder weg dan we dachten en heeft ook weinig keuze: parelhoen, rijst en saus.
Als we terug in het hotel zijn is het al half twaalf.
Na een goede nachtrust van 9 uren zijn we deze morgen vrij. Chris en ik zoeken een internetcafeetje op. Die vinden we, maar de verbinding is erg traag. Een uur om een paar mailtjes te versturen is geen overbodige luxe.
Om 13:00 vertrekken we van het hotel in Natitingou naar het plaatsje Tigninti vlakbij.
Hier woont de fulanistam, ofwel de peul.
Van de peul heb je drie verschillende soorten stammen.
De Nomaden, die overal met hun vee meetrekken.
De Transumana die tijdelijke kampen hebben bij de lokale bevolking met hun vee.
De sedentair, zittend op een vaste plek zonder eigen vee.
De Peul-stam die wij bezoeken zijn transumana.
Als we ’s middags bij het kamp aankomen zijn er niet veel mensen, enkel wat vrouwen met kinderen. De mannen zijn met het vee weg. Het zijn mooie vrouwen en ze hebben prachtige kleren aan.
Na wat rondgekeken te hebben gaan we naar de markt. Hier komen vele transumana vrouwen om dingen te kopen en te verkopen.
Mooie vrouwen op deze fulanimarkt vlakbij Tigninti
Aan de rand van de markt zit een sjamaan een man te behandelen die pijn heeft. We kunnen niet vragen of we hier een foto van mogen maken aangezien de man in trans is. Gelukkig zijn ze net klaar en mogen we een foto maken.
De patient heeft uit respect de staf overgenomen om de sjamaan te bedanken en er voor te zorgen dat hij deze ziekte niet nog een keer krijgt.
Een sjamaan (rechts) bij de fulanistam is werkzaam op de markt
De patient (links) houdt na een behandeling een stok vast uit eer en om hem te bedanken
Tevens om te voorkomen dat ie de ziekte nog een keer krijgt
We zetten onze tenten op bij een schooltje waar een internaat bij is.
Dan, bij het vallen van de avond, gaan we nog een keer naar de peul om de koeien binnen te zien komen.
Het is indrukwekkend om te zien, maar al erg donker, dus blijven we niet lang.
Na het eten lig ik snel in de tent. Morgenochtend zullen we nogmaals de Peul bezoek om de uittocht van de koeien mee te maken.
Om 6:00 ontbijt!! Erg vroeg en het is nog donker. Om 6:45 vertrekken we opnieuw naar de Peul, we zullen ook zien hoe de koeien gemolken worden.
Het is erg indrukwekken om die bedrijvigheid ’s ochtends te zien op het platteland.
Op gegeven moment, om 8:30 worden we opgepikt door de bus om koers te zetten naar het zuiden.
Het gaat een lange reisdag worden van zo’n 400 km
Voodoo-offerplaats
Onderweg maken we een stop bij een voodoo-offerplaats de Dankoli.
Deze fetish-plek vormt de toegangspoort naar de voodoowereld. Hier komen pelgrims hun stokje planten om hun geloof in voodoo kracht bij te zetten: ze roepen de voorouderlijke geesten of natuurkrachten op om de meest uiteenlopende problemen op te lossen en als het verzoek wordt ingewilligd moet men hier een geit, kip of koe offeren. Als wij er zijn zijn er net twee kippen geofferd.
Chris en ik besluiten ook een stokje te planten.
We moeten drie keer uitspreken “Dankoli”, waarna het stokje in de dankoli geslagen moet worden. We kunnen nu een wens 3 keer uitspreken (in stilte) waarna olie over het stokje wordt gegoten.
Hierna wordt sterke drank over twee delen van de Dankoli gegooid (een mannelijk en een vrouwlijk deel) waarna zelf een slok genomen moet worden. Het is erg sterk merk ik, oef!, vast wel 50 procent.
Nadat we een offer (paar kleine muntjes) bij het stokje hebben gelegd lopen we naar een tweelingfetish waar we hardop onze dank moeten uitspreken.
Bezig met het vereren van de voodoogeesten bij deze fetish en voodoo-offerplaats.
In de hoop dat mijn wens verhoord wordt.
Tenslotte lopen we naar de beschermfetish om een laatste woord te spreken (wat je maar wilt en in stilte)
Bij de Dankoli wappert de witte vlag, die voor dit gebied de voodoo symboliseert.
Twee nog levende kippen, geofferd door een voodooaanhanger wiens wensen zijn verhoord
Tegen half vijf zijn we in Abomey en hebben we even tijd om kleren te wassen.
De Rough Guide, die ik voor mijn vakantie op de valreep had gekocht, beveelt restaurant Chez Calixte aan, maar na een lange zoektocht komen we ergens in een achterbuurt terecht, en het lijkt ons geen goed plan om hier te gaan eten.
Na een drankje kiezen we, helden als we zijn, het hazepad terug naar het hotel, om daar te gaan eten.
Deze dag vertrekken we laat, zo ongeveer om 10 uur.
Eerst gaan, voor degenen die dat nog niet gedaan hebben, geld wisselen.
Het duurt een uurtje en ik zie, aangezien ik al gewisseld had, een groot aantal bedelaars langs de bus voorbij trekken.
Nadat iedereen zijn geld gewisseld heeft brengen we een bezoek aan het paleis van Abomey.
De muren van het paleis zijn gedecoreerd met symbolen van de oude Dahomeykoningen.
Het Dahomey koninkrijk was in de achttiende en negentiende eeuw een van de machtigste koninkrijken van heel West-Afrika. De rijkdom was verkregen door slavenhandel: slaven werden verkocht in ruil voor wapens, stoffen en kralen. Tienduizenden slaven per jaar werden als handelswaar vervoerd naar Amerika.
Voor elke koning werd een paleis aangebouwd, wat een gigantisch groot bolwerk heeft gevormd.
De paleizen waar wij door lopen zijn van twee koningen: waaron de beroemde Glélé. Hij had een eliteleger van 6000 amazonevrouwen. Met dit leger hanteerde hij een verrassingsstrategie. Mannelijke tegenstanders dachten hier een makkie aan te hebben, maar de vrouwen waren zeer goed, en, volgens mijn rough guide, lieten zelfs een borst amputeren om beter te kunnen schieten.
In het oude paleis zijn de bezittingen van de koningen uitgestald: tronen, beelden, kostuums en wapens. In het midden van de binnenplaats is een tempel gebouwd met een mengsel van klei en menselijk bloed van 41 Oyo slaven. Ook nu vinden hier nog dierenoffers plaats.
Om 3 uur in de middag vertrekken we naar het plaatjes Cove voor een gemaskerde nieuwjaarsdans.
Als we er aankomen is het rustig. Er is niets van maskers te zien.
Er zijn wat trommels, maar het klinkt leuk en er wordt mooi gedanst. In ieder geval een stuk gestructureerder dan bij de Taberma.
Op gegeven moment komen af en toe dansers voorbij met een masker op. Het is echt een masker dat je op moet zetten: bovenop je hoofd. Op het masker is een tafreeltje zichtbaar die nog weer voor enige beweging kan zorgen door middel van touwtjes.
Het ziet er allemaal leuk uit en het wordt steeds drukker onder de toeschouwers.
De dans wordt gehouden door een groep die telkens in een andere wijk optreedt. Het thema van de dans die wij zien (eigenlijk een voorstelling van maskers) is de voorzichtigheid die meisjes moeten hebben betreffende relaties en sex voor het huwelijk.
Buiten ons zijn er geen andere toeristen, wel lokalen, veel lokalen, honderden, en ze komen niet naar ons, maar ook echt naar de dans kijken.
Met z’n allen naar de maskers kijken tijdens de gemaskerde nieuwjaarsdans.
Na zo’n anderhalf uur (we zien daarbij een deel van de collectie maskers, volgens Anani moeten er meer zijn) is het afgelopen en gaan we terug naar het hotel.
In Togo en Benin zijn zeer veel coiffeurs, een mooie gelegenheid om even langs de dichtstbijzijnde kapper te gaan.
Hierna eten we ’s avonds vlak bij het hotel. Schaap, rijst en pittige saus. Het smaakt erg goed!
We gaan deze dag maar weer eens een stukje met de bus. Om 8:30 vertrekken we richting Porto Novo.
Maar we hebben nog een interessante tussenstop: een fetish plaats!
Als we er aankomen is het nog maar 9:15. Anani loopt voorop en wil een paar boomstammen oversteken om bij de fetishplek te komen.
Maar dat gaat zomaar niet! Snel komt er iemand aangelopen en het blijkt dat de bevolking niet graag heeft dat een groep zomaar bij de fetishplaats gaat kijken. Ok, die willen dus geld zien…
De onderhandelingen beginnen.
Even later omt Anani terug met de mededeling dat we verder gaan met de bus, geen fetishplaats. De mensen willen 5000 CFA zien, en we moeten de schoenen uit doen. Dit wordt teveel van het goede. Bovendien heeft Anani de indruk dat ze het niet zo op toeristen hebben.
We rijden naar het oosten, naar het plaatsje Kétou. Hier ontmoeten we de koning, die er nog maar koning is sinds 15 december. Buiten zien we nog spandoeken die aan de bekroning van koning herinneren. De man heeft 3 jaar voorbereiding achter de rug waarin hij weinig van de buitenwereld heeft gezien. Het is wel een echte koning, hij wordt omgeven door een stel belangrijke mensen, die aan zijn linkerhand op een stoel zitten, en een stel minder belangrijke mensen die aan zijn rechterhand op de grond moeten zitten. Af en toe komt er iemand langs die een diepe buiging voor de koning maakt, nee, die helemaal op de grond gaat liggen voor de koning! De koning is echt een belangrijke man dus!
De, op 15 dec 2005 gekroonde, koning van Kétou, met zijn raadslieden.
De koning heeft raadslieden, waaaronder, volgens Anani, ook een fetish priester. Deze man kan voodoogeesten aanspreken, en zo betere adviezen geven aan de koning!
Recht wordt uitgesproken door de koning, maar, zo wordt vertelt door de koning op een vraag van Alma, als het echt belangrijk is (moordzaken etc) moet de regering uitspraak doen.
In Porto Novo staat ons weer een mooi Hotel te wachten. Er leven wel wat meer muggen, dus flink smeren, we zitten aan het water.
In een goed afgesloten bassin leven een paar schildpadden en 2 krokodillen, waarnaar ik lang moet kijken of ze wel echt zijn.
’s Middags wordt gezegd dat we naar het museum zouden gaan, waarop Leen bedankt en niet mee gaat.
Als we in de bus zitten zijn de plannen al weer gewijzigd:
We gaan even langs het museum om te vragen hoe laat ze morgen (zondag) open zijn, waarna we eerst naar de kruidenmarkt zullen gaan en vervolgens naar een grote moskee..
Kruidenmarkt in Porto Novo
Op de kruidenmarkt zijn van allerlei soorten geneeskrachtige kruiden te krijgen, tegen alle ziektes is er wel wat. En dit leeft: zelfs mensen van onze 5-koppige crew doen hier soms inkopen omdat het effectief is en goedkoper dan de medicijnen van de farmaciewinkeltjes. Ook zien we weer een fetish-stand met schedels, huiden en botten…jawel, ook hier!
De moskee valt een beetje tegen. Hij is wel groot en biedt een mooi uitzicht over de stad. Daar zien we ook dat er behoorlijk wat meer moskees zijn in Porto Novo.
We eten in een restaurantje genaamd ”Java Proma”, niet zo heel ver lopen en daar is het lekker druk, de bevolking kijkt gefacineerd naar de voetbalwedstrijd voor de franse competitie: St Etiene tegen Lille. Op de menu-kaart prijkt een on-afrikaans grote keuze. De bediening is redelijk vlot en het smaakt goed, een aanrader!
Als we terug zijn in het hotel overwegen we nog even om naar een disco te gaan, maar die is redelijk ver lopen nog, en bovendien ben ik niet helemaal fit en haak af.
Of de disco wat geworden zou zijn valt te bezien, want van 10 uur tot half 12 valt de stroom uit, en als ik zo naar buiten kijk is dit niet beperkt gebleven tot ons hotel.
Stroomuitval is iets wat behoorlijk wat vaker gebeurt dan in Nederland
Om 9:00 vertrekken we naar het museum, maar helaas, als we er aankomen is ie nog niet open.
Na een korte wandeling langs het vervallen treinstation van Porto Novo komen we terug, en is het museum wel open.
Bijzonder is de collectie tribale maskers die we zien. Bijna zonder uitzondering worden ze niet voor het gezicht, maar op het hoofd, als een soort hoofddekstel, gedragen.
Op het masker is dan een tafreeltje zichtbaar, en bij bepaalde gelegenheden worden bepaalde maskers gedragen.
Verder valt mij nog de manier van communiceren op. Soms gebeurt dat met trommelen van stam naar stam, maar als de koning dood is wordt er hard met een doek op de rand van een schaal geslagen. Dit geeft een veel harder geluid dan ik had verwacht.
Na het museum gaan we nog even, wegens groot succes, langs dezelfde eettent als gisteren, voor een sandwich. Om 1 uur vertrekken we met de boot, een paar honderd meter van het hotel aan het Nokoué meer met de boot naar Ganvié.
Een jongen en een meisje besturen de boot. Het meisje is nog maar 14 jaar, maar, en dat vonden er meer, behoorlijk gevormd voor haar leeftijd.
Ganvié is alleen met boten te bereiken.
Onze bus, met chauffeur Baba, en Sadiko en Tutu gaan dan ook niet mee, zij rijden naar Cotonou om ons de volgende dag op te wachten. Het is ongeveer 3 uur varen naar Ganvié.
Ganvié is destijds ooit hier gevestigd om het gevaarlijke leger van de koningen van Dahomey, met expansiedrang, op een afstand te houden. Die hielden niet van water.
Deze historische keuze maakt Ganvié bijzonder. Het is het grootste en mooiste paaldorp van Afrika. Het is indrukwekkend om te zien hoe de Tofinu bevolking haar huizen met lokale materialen op palen heeft gebouwd. Met kleine bootjes varen mannen, vrouwen en kinderen naar school, werk of andere families in het dorp. Zelfs de markt bestaat uit vele boten, vanaf waar de mensen hun waren verkopen. In plaats van marktkramen zijn hier dus marktboten, die zich allemaal op dezelfde plek verzamelen. Al varend in hun eigen bootjes doen de mensen hun inkopen. Zonder boot is men er nergens.
Sommige bootjes dragen de letters “Merci Marcel et Claudia” (of andere namen). Het zijn de namen van toeristen die donaties hebben gedaan voor de aankoop van een bootje.
We slapen in een mooi hotel op palen. Het is er warm en vochtig, hierdoor kan je dan ook wel heel makkelijk zweten.
Bij het hotel is een leuke souvenirs-winkel en ik begin aardig souvenirs in te slaan.
Bij de Fah-priester
Het voodoogeloof in Ganvié is behoorlijk aanwezig: priesters raadplegen het orakel en benaderen de voorouders om problemen op te lossen.
Na het eten komt Alma vragen wie er interesse heeft in een priester. Deze man wil voor 10.000 CFA voor iedereen wel de wensen lezen en adviezen geven.
Een Fa-priester, 2 strookjes van 4 colanoten worden gegooid en uit de 256 mogelijkeden waarop deze neervallen kan een fa-priester lezen wat de wens is, hoe dit uitgelegd moet worden, of de wens in vervulling kan gaan, of wat er moet gebeuren voor een goede werking etc.
Onze fa priester in Ganvié
We zijn met zn 5-en: Alma, Lourens, Chris, ik en Bianca
De fa-priester is een jongeman, die nog niet zo lang hier komt. Hij spreekt geen frans. Zijn vader is er ook bij, die kan in frans vertalen, Anani, op zijn beurt kan het frans weer in het nederlands vertalen.
Het is een begin van een boeiende communicatie.
Alma mag eerst. Zij moet een wens doen en een noot op een bepaalde plek neerleggen.
Als dit gebeurd is bedekt de fah-priester de noot een halve minuut en begint zijn noten te gooien.
Hij vertelt dat Alma een kinderwens heeft, en vraagt of dit klopt.
Alma begint enigszins te lachen en vertelt dat dat niet het geval is. Ze houdt niet van kinderen en heeft er ook niet de leeftijd meer voor.
De man gooit opnieuw en vertelt dat er weer wordt gezien dat Alma een kind wil.
Als Alma weer zegt dat dit absoluut niet het geval is gooit de man opnieuw, enigszins verward. Dan wordt verteld dat het orakel zich vergist heeft…
Bij Lourens zegt de man dat hij terug moet naar zijn eerste baan. Het is aardig expliciet, maar Lourens heeft nog geen tweede baan gehad, en is nog steeds hovenier en ontwerpt tuinen etc.
Even later vertelt de man de het met Lourens wel goed zal komen als ie morgen twee kippen offert en 10.000CFA betaalt. Dat is nogal wat…de 10.000 CFA mogen ook direct aan hem of zijn vader betaald worden.
Ja, hallo, is dit een geloof, of is dit het uitbuiten van het goede vertrouwen van de toerist? Als het dat laatste betreft is ie mooi te laat: de toerist gelooft hem niet meer zo…Lourens heeft het gehad en vertelt dat de beste man mag stoppen.
Anani legt uit dat je dat niet zo mag zeggen: je moet dan zeggen dat je het offer overweegt, en hier evt bij een volgend bezoek aan Benin rekening mee zal houden.
Dan is Chris, hij schijnt problemen te hebben met iemand, of dat klopt? Chris zegt van niet. Dan zegt de man weer iets, waarop Anani in de lach schiet. Niet een klein beetje, nee Anani komt enkele minuten niet meer uit zijn woorden van het lachen. Op gegeven moment kan hij weer wat zeggen: de problemen van Chris met de persoon in kwestie worden een stuk minder als een van beide overlijdt! Wat is daar nou zo grappig aan! Ook Chris moet weer het een en ander offeren voor een betere afloop in zijn leven
Ik mag….ik wens vurig, leg de noot neer en krijg even later te horen dat mijn wens niet geaccepteerd word.
Ik moet het opnieuw doen…er wordt opnieuw gegooid….er wordt opnieuw gezegd dat de wens niet geaccepteerd wordt.
Op gegeven moment wordt me verteld dat mijn wens niet geaccepteerd wordt, omdat ik op het werk een conflict heb met iemand, en of dat klopt.
Volgens mij heb ik met niemand een conflict….dus dat klopt mooi niet…mij wordt geadviseerd 2 kippen te offeren.
Dan is Bianca, maar die bedankt…ze heeft haar vetrouwen in de man verloren!
Na afloop vertellen de mensen die er nog zitten dat ze vinden dat de fa-priester warrig overkomt, minder dan de vorige fa-priester. Die man was ouder, wijzer en minder chaotisch.
’s Avonds werp ik nog een blik op het water, van de duizenden olielampen in de reisbeschrijving zie ik niet veel. Hier en daar is een lichtje zichtbaar.
We gaan naar bed…..de klamboe hangt snel, maar de zeer hoge luchtvochtigheid maakt indruk en ik neem mij plechtig voor om nooit lang in een paaldorp te gaan wonen.
Vandaag ben ik vroeg wakker en ga bij het water zitten. Het is indrukwekkend om te zien hoe het leven in het dorp op gang komt. Echt alles gebeurt per boot. Regelmatig zien we een bootje langskomen met kinderen die naar school gaan, en boten met vrouwen die naar de markt gaan.
In Ganvié, het grootste paaldorp van West-Afrika, gebeurt alles per boot
Even later maken we een tochtje met de boot, het licht is mooi en we maken vele foto’s. Niet iedereen stelt fotograferen op prijs, maar er wordt niet veel gebedeld door kinderen (gelukkig)
Na het ontbijt verlaten we Ganvié en vertrekken naar Cotonou.
Dit is een kort stukje, en als we aankomen staat ons busje al weer klaar.
We rijden gelijk door naar Ouida, het histroische centrum van het voodoo-geloof.
Tijdens de slavernijperiode zijn hier vele slaven verscheept naar “de nieuwe wereld”. Het is daarom een indrukwekkend stadje.
Na bij een restaurantje eten besteld te hebben gaan we door naar een voodootempel, gelegen tegenover een katholieke kerk.
De voodoo-tempel is een python-tempel en hier vinden we een rond, koel, schuurtje die de al verraadt wat we er kunnen aantreffen: pythons.
De lokale gids gaat even naar binnen en komt terug met twee grote pythons, de slangen ogen zeer rustig. Wie wil mag hem even om zijn/haar nek gehangen krijgen. De omvang van de slangen doet mij niet gelijk naar voren stappen…laat maar…
De pythontempel (achter) in Ouida, waar 60 pythons wonen
De man vertelt dat de slangen, het zijn er 60, ’s nachts de tempel uit mogen, ze trekken er dan op uit om eten te zoeken, muizen te vangen en zo. Aan het einde van de nacht zoeken ze hun tempel weer op, aangezien die lekker koel is.
We mogen ook naar binnen, en ik vind het indrukwekkend om te zien hoe rustig alle slangen er bij liggen. Het zijn er nogal wat, overal waar ik kijk zie ik slangen, en het is inderdaad lekker koel daarbinnen….brrr
Hierna gaan we nog even naar een slavenfort dat intussen is omgebouwd tot een museum. Het museum laat zien hoe krachtig de westafrikaanse cultuur is waarna we verder gaan naar het strand, naar de Port of No Return. Dit is de plek voor vroeger duizenden slaven naar zee gingen voor hun vertrek naar Amerika.
Wat een menselijk leed van vroeger ligt hier op dit strand…niet te bevatten …concentratiekampgevoelens haast…
Na het eten gaan we verder naar het plaatsje Grand Popo.
Van Grand Popo zien we haast niets, de hutjes liggen aan het strand, buiten het dorp.
Het is er lekker rustig, en dit biedt goed de mogelijkheid om te ontspannen.
’s Avonds eten Chris en ik een eindje verderop een pizza bij Marcel waarna we terugkeren naar het hotel voor nog een koude guinness op het terras. Het is een aangename sfeer, met wat rustige muziek en uitzicht op de zee.
Van Anani begrijpen we dat we morgenochtend vroeg vertrekken om ook de voorbereiding van het voodoofestival mee te maken.
Wat zeg ik, heel vroeg vertrekken: 6:00 ontbijt, 6:30 vertrek!
Vandaag is 10 januari: voodoo-day, een officiele vrije dag in Benin.
En vroeg zijn we, veel te vroeg zijn in Ouida en er is weinig te zien, niets dat op voorbereidingen duidt.
Duidelijk een misverstand, en na verontschuldigingen van Anani, ergens had hij verkeerde informatie gekregen, gaan we naar het sacred forest.
Dit sacred forest is een bos waar een aantal beelden staan, uitgebeeld door kunstenaar van Benin. Het zijn beelden van voodoogeesten, best indrukwekkend om te zien.
Hier zien we ook een beeld van iemand met allemaal pinnen en messen in het lichaam. Het is de voodoogeest die voodoo in het westen bekend heeft gemaakt: andere mensen van pijn verlost worden of kunnen pijn krijgen met behulp van deze voodoogeest, door te steken in een pop!
Als we het bos weer verlaten zien we een groep mooi uitgedoste vrouwen lopen. Het is een voorbereiding voor het voodoofestival straks bij het strand. We maken wat foto’s en even later wordt van ons verwacht hiervoor te betalen. Het lijkt erop dat we muntjes moeten gaan verzamelen, want volgens Anani gaat dit geld vragen voor foto’s de hele dag door.
Gauw koop ik een zakje popcorn voor 25 cfa (4 eurocent) en het kleingeld stroomt binnen.
Evenlater zijn we getuige van een moslimfeest, die dit jaar (toevallig) samenvalt met de nationale vrije dag. We zien ook dat het aantal toeristen toeneemt. Ook hier zien we mensen behoorlijk fotograferen.
Even later vertrekken we opnieuw naar het strand. Nu is het aardig druk, en Anani heeft stoelen geregeld voor ons op de tribune, van waaruit we alles goed moeten kunnen volgen en zien.
Op de tribunen zitten allemaal belangrijke mensen, de meeste afrikanen, maar ook enkele andere toeristen.
Schuin voor ons zijn een groot aantal stoelen nog leeg. Hier zullen straks heel belangrijke mensen gaan zitten, maar die zijn er nog niet.
Als we zitten zien we het steeds drukker worden. Overal wordt muziek gemaakt en gedanst. Geen voodoo-rituelen, maar we feest. Toeristen lopen ook overal tussendoor en maken zonder te hoeven betalen grote hoeveelheden foto’s. Ook de lokale pers is aanwezig: overal draaien videocamera’s overuren.
Er komen steeds meer koningen met gevolg. De ene is nog belangrijker dan de andere. In de verte zie je ze al aankomen door hun gewaad, en de mooie parasols die boven hun wordt gehouden.
Een vrouw op het voodoofestival met een pop.
De houten pop representeert de overledene van een tweeling.
Deze vrouw de overgebleve of de moeder van de overgeblevene (zie uitleg bij 3 januari)
Dan beginnen er toespraken en aangezien ik niet goed frans kan wordt dit al heel snel saai.
Ik wil van mijn stoel af, en op gegeven moment doe ik dat ook, overal rondlopen en kijken is veel leuker.
Bij het strand hebben zich ook allemaal groepjes mensen verzameld, er wordt muziek gemaakt en iemand is bezig met een zandsculptuur van een zeemeermin, dat doet ie erg goed.
Voodoofestival in Ouida aan het strand bij de Port of no return
Eeven later drink ik met Chris een koud bier bij een van de vele standjes die zich aan het begin, bij de Port of No Return bevinden. De grote hoeveelheid toeristen heeft, natuurlijk, ook een aantrekkingskracht op souvenirshandelaren. Hier is van alles te kopen, beeldjes, muziekinstrumenten, en niet echt duur.
Tegen 15:00 houden we het voor gezien….we gaan terug…snel koop ik nog een masker en een gitaartje en dan gaan we terug naar Grand Popo.
Het was een indrukwekkend feest, mooi om meegemaakt te hebben, hoewel ik wat meer voodoo had verwacht.
Op de terugweg zien we dat de nationale voodoo-dag zich niet alleen beperkt heeft tot Ouida: langs de wegens zien we processies, met drums, en fetishes.
Van eentje maak ik een foto, de fetish die ze meenemen is volgens Anani een bekend: de Zangbeto, ofwel de Nachtwacht.
Een processie op Voodooday 10 januari
De Zangbeto (nachtwacht) die we zien tijdens deze processie is beroemd.
We zien dit voodoo-object (fetish) ter bescherming van huizen en families in de nacht zelfs op een postzegel (zie eerste pagina van dit document)
.Op het luxe hotel terras relaxen we verder met een koud drankje tegen westerse prijzen.
’s Avonds eet ik met Chris bij een restaurantje niet ver van het hotel. Een garnalen salade vooraf en inktvis met frites smaken uitstekend. Bij dit restaurantje is ook een souvenirwinkeltje met mooie batik-t-shirts. Ik koop er twee voor 5000 CFA (EUR 7,50) per stuk. Hier valt, in tegenstelling tot al die andere winkeltjes en standjes, geen cent op af te dingen.
’s Morgens probeer ik nog wat ritmes op de djembe die Lourens heeft gekocht, maar het valt me nog tegen, van mijn djembé-les is het aardig weggezakt.
Nog even op de djembé op deze laatste ochtend van de vakantie
Dan vertrekken we tegen 13:00 richting Cotonou.
In de middag komen we hier aan en in enkele hotelkamers kunnen sommigen zich nog even omkleden voor de vlucht terug. Hierna lopen we nog een stukje en zoeken nog een terrasje op.
Op gegeven moment is het toch echt voorbij en vertrekken we voor het, luxe, avondeten.
We eten met de hele groep, en hoewel Karel en Bianca eerst andere plannen hadden zijn ook zij er gewoon bij.
Het is een leuke avond en Marcel had een ware speech voorbereid in zijn beste frans.
Ruim op tijd zijn we bij het vliegveld en nemen afscheid van Baba, Komi, Anani, Sadiko en Tutu.
Mooi op tijd zijn we in Parijs, maar 5 uur wachten duurt behoorlijk lang.
Het blijkt bovendien dat onze vlucht vertraging heeft. Een vriendelijke Air France dame wil wel zorgen dat we met een vlucht eerder meekunnen, maar helaas, dat feest gaat niet door: doordat onze bagage er niet eenvoudig tussenuit gehaald kan worden kan het toch niet.
Met een uur vertraging komen we aan op Schiphol. Erg leuk: volledig verrast staat Carla, een vriendin van mij, me op te wachten. Het is koud, bitter koud, of nee, dat lijkt maar zo. 5 graden valt nog wel mee….
Het zal de omschakeling zijn…
Het is een indrukwekkende reis geweest, die meer vragen heeft opgeroepen dan waarmee we vertrokken, over deze mystieke cultuur…
(naar deel1: Togo)(naar Foto’s)(naar Reizen pagina)